Dit artikel is gepubliceerd in Dé Karperwereld nr. 90
Je kruipt en wandelt door het leven, op je zesde leer je vissen en dat doe je tot aan je dood, op je drieëndertigste… Dat is in het kort mijn verhaal.
Als je in een
ziekenhuisbed ligt, ‘geketend’ aan slangen en elektroden, en nauwelijks meer op
je benen kunt staan door een falend hart, dan ga je bij jezelf na wat je leven
eigenlijk voor inhoud heeft gehad. Heb ik alles bereikt wat ik wilde bereiken?
Was ik gelukkig? Waar heb ik nu eigenlijk plezier aan beleefd? Wie zijn er
belangrijk voor mij? Wat is er eigenlijk belangrijk voor mij? Dat soort dingen.
En als vissen een belangrijk deel van je leven heeft uitgemaakt, dan is het
logisch dat je ook daarop terugblikt.
Ik zocht mijn, door de jaren heen gemaakte aantekeningen, en vaak gedetailleerde vangstverslagen op om samen met foto’s en filmmateriaal herinneringen op te halen. Toen besloot ik mijn verslagen iets te herschrijven en te bundelen tot een verhalenboek. De vraag was alleen of ik het boek zou afkrijgen voor ik kwam te overlijden. Het zou me in ieder geval kunnen bezighouden in de tijd dat ik wachtte op een nieuw hart. Twee maal kwam er in de verhalen een grote, maar vooral ook mooie, spiegel terug. Eén keer toen ik toekeek hoe de vis mijn voerplek leeg at en daarbij geen enkele keer mijn haakaas in zijn bek nam en later nog eens toen ik hem verspeelde...
De tweede keer
Drie meter onder me liggen zo’n dertig vissen aan de oppervlakte. Ongegeneerd showen ze loom zwemmend hun dikke buiken en brede ruggen. Een aantal gaat gemakkelijk over de 30 pond. Goed voor mij in te schatten, daar er een markante schub tussen zwemt die ik een paar dagen terug op 33 pond heb gevangen. Zo nu en dan hapt er een vis nonchalant op een blaadje of op één van de stukken piepschuim die waarschijnlijk van het verderop gelegen bouwterrein in het water gewaaid is.
Heel sneaky
voer ik wat handjes kattenbrokken in het rond. Onder de brug, die zich aan mijn
rechterzijde bevindt, liggen twee spiegels en een schub. Eén van de spiegels is
een stuk groter dan al de andere vissen in de omgeving. Gedrieën zwemmen ze
onder de brug vandaan en volgen de kant. Zo snel mogelijk zet ik een korst op
mijn haak en zoek dekking achter de reling. Langzaam laat ik mijn korst zakken.
Nog maar een metertje, dan zijn ze er. De schub draait om en zet weer koers
richting brug. De twee spiegels zwemmen rustig door en vertragen bij mijn
korst. De kleinste van de twee lijkt aanstalten te maken hem te pakken, maar
besluit er toch van af te zien. Eigenlijk is het ook niet slim, één korst, maar
nu meer brood voeren zou de kans op verjagen alleen doen toenemen. En dan zijn
er ook nog de talrijke watervogels. De twee spiegels veranderen van koers en
zwemmen met een grote boog terug naar de brug. Daarbij kantelt de grote spiegel
iets en toont hierbij zijn hoge flank en massieve buik. Ik meen de beschubbing
op zijn rug te herkennen. Ik slik. Niet alleen vanwege de grootte, maar ook
omdat dit, als ik het goed heb, er eentje is die nog niet in mijn net heeft
gelegen.
Ik verander
mijn haakaas in voorgeweekte kattenbrokjes op de haak. Als ik mijn hoofd over
de reling steek, kijk ik hem recht in zijn ogen aan terwijl hij de tegen de
muur samengedreven brokjes één voor één naar binnen slurpt. Met bonkend hart
laat ik mijn brokjes op een metertje van de spiegel tussen wat andere brokjes
op het water zakken. Mijn lijn leg ik over een plankje hout dat tegen de kant
aan drijft. Hij nadert. Ik zet mijn slip nog een paar tikjes zwaarder. Nog
twintig centimeter. Zijn vinnen en staart stuwen hem in de juiste richting. Een
brokje verdwijnt… nog één… Dan omsluiten zijn lippen het haakaas. Niet te
missen! Een beuk op mijn hengel. De vis zet een versnelling in. Daarbij kantelt
hij en toont zijn flank, slaat eerst nog voornamelijk lucht met zijn staart,
maar begint dan op stoom te komen. Nu weet ik het zeker, het is hem! De vis die
bijna nooit gevangen wordt en ik slechts van verhalen en één foto ken! Beetje
bij beetje word ik verder over de reling getrokken. Het door de zon verwarmde
staal van de brugreling voelt onaangenaam heet aan door mijn T-shirt. Mijn
voeten beginnen hun grip op de grond te verliezen en daarmee ook ik de grip op
de situatie. Hij doet er nog een schepje bovenop. Wederom een harde ruk aan
mijn hengel. Mijn armen strekken zich en eindelijk komt de nagenoeg
dichtstaande slip op gang. Tot mijn verbazing kiest de vis voor het open water
en niet voor de brug. Ik ben er niet minder blij om. Meteen draai ik de slip
iets losser en slaag erin mijn voeten weer volledig op de grond te krijgen. Nog
een stukje, dan kan ik van de brug aflopen. Hij blijft hoog in het water, dat
is in mijn voordeel. Voor even heb ik de illusie op een goede afloop. Dan keert
hij, versnelt en zwemt recht op mij af. Met deze manoeuvre weet hij dieper in
het water te raken en dat was nou net wat ik voorkomen wilde. De kansen keren
zich nu nog verder in mijn nadeel. Slechts voor even weet ik hem te stoppen,
maar bij een volgende aanzet verlaat meer lijn mijn molenspoel. De brug heeft
geen peilers in het water staan, dus daar loert geen gevaar. Hij moet haast wel
bijna halverwege de brug zijn. Dan valt plots de druk weg en dwarrelt de lijn
voor me neer op het water.
Dit bleek één
van mijn meest intense herinneringen op visgebied te zijn. Opvallend vond ik
bij het doornemen van al mijn aantekeningen en het beeldmateriaal, om te merken
dat het juist overwegend de dieptepunten waren die me het sterkst waren
bijgebleven. Zou ik het gros van de door mij gevangen vissen als een
vanzelfsprekendheid hebben beschouwd? Wel werd me duidelijk dat ik in de loop
der jaren de essentie van mijn visserij uit het oog was verloren. Het was
teveel gefocust op vangen in plaats van genieten. Ik heb altijd geweten waar
het bij mij bij het vissen om draaide en ondanks dat ik mezelf dat regelmatig
voorhield, was ik het toch uit het oog verloren. Nu zag ik alles weer in het
juiste perspectief, maar zou ik dit nog in de praktijk kunnen brengen?
In een rolstoel naar het water. Observeren, fotograferen en filmen was nu mijn manier van vissen. |
In afwachting
van een nieuw hart spendeerde ik noodgedwongen de meeste tijd op de bank of in
bed, maar als ik genoeg moed, maar vooral energie bijeen had geraapt, verliet
ik voor even de vier muren waarin mijn leven zich afspeelde en toog ik naar het
water. Vismaten, familie en vrienden duwden en trokken mij dan hijgend en
puffend in een rolstoel over zandpaden en grasstroken langs het water.
Onderwijl ontsponnen zich plannen van aanpak, al was de kans niet groot dat ik die
ooit nog ten uitvoer zou kunnen brengen. Ik maakte foto’s en filmpjes van
karpers en ‘viste’ nu op deze manier. Vaak ook, ging ik een uurtje kijken bij
vismaten als die aan het water zaten of belden zij me op om al dan niet live
verslag te doen van een vangst.
Mijn telefoon
gaat over. Er is een gigantische spiegel gevangen en of ik die wil zien? Later
op de dag dien ik me weer in het ziekenhuis te melden voor wat onderzoeken
omdat ik angstwekkend hard achteruit ga, maar deze vis wil ik zien! Ik charter
een chauffeur en een kwartier later ben ik aan het water. Eén blik op de vis en
ik weet genoeg. Het is de spiegel die ik een paar jaar geleden onder de brug
verspeelde. We kijken gespannen toe hoe de naald van de weger in beweging komt
en uiteindelijk tot stilstand komt. Ik kan het nauwelijks geloven. Twee andere
karpervissers halen voor de zekerheid ook hun weger, maar het gewicht blijft
onveranderd.
Later die dag
in het ziekenhuis wordt duidelijk dat mijn situatie toch wel echt heel nijpend
is. ‘Zou ik mijn visboek nog wel afkrijgen?’ Is daarbij een van mijn eerste
gedachten. Dat het steeds slechter met me gaat, had ik ze ook wel kunnen
vertellen, maar met het schrijven van mijn boek had ik me een doel gesteld en
ik wilde niet vlak voor de finish stranden. Ik schets de situatie zoals die mij
door de artsen was voorgelegd aan de vormgever en drukker. Deze belooft zich
extra in te spannen en twee maanden later is mijn boek een feit.
Niet lang
daarna was na jaren van aftakeling mijn hart volledig op. Dik vier jaar
wachtlijst waren er voorbij gegaan zonder dat er een donorhart voor mij
beschikbaar kwam. Nu was mijn hart niet meer in staat om zelfstandig bloed door
mijn lijf te pompen en sleet ik mijn laatste dagen op de Intensive Care. Elke
dag kwamen familieleden, vrienden en zusters weer met steunbetuigingen
aanzetten. Ruim honderdtwintig van karpervissers alleen al, waarvan ik de
meesten zelfs nog nooit had ontmoet of kende. Een ongelooflijk mooi gebaar en
zeer welkom. Toen kwam het moment dat ik afscheid nam van vrienden en familie.
Het was goed zo, ik was op.
En toen was
daar het wonder! Samen met de artsen greep ik het uiterste eindje van de
allerlaatste strohalm en we lieten niet meer los. Er was een geschikt
donorhart!
Zwaar
gedrogeerd ontwaak ik. Er bonkt iets onaangenaam hard in mijn borstkas. Ik
gloei, heb het idee dat ik bloos en breng mijn hand naar mijn gezicht. Een
pijnscheut in mijn borstkas, mijn hand verstrikt in slangen. Maar het is een
warme hand, voor het eerst in vier jaar. Ik voel pijn, ik voel warmte, ik leef!
De weken erna
leer ik opnieuw lopen en train ik mijn armspieren. Eerst 200 grams gewichtjes
en later met 400 gram. Drie weken na de operatie mag ik naar huis en moet ik in
een revalidatiecentrum verder revalideren. Zelf werk ik aan mijn conditie en
spierkracht door naar het water te gaan en daar kleine stukjes te lopen.
Stiekem maak ik al een planning om al mijn ideeën, die zich in de afgelopen
jaren hebben gevormd, ten uitvoer te brengen.
Peter en ik staan te janken terwijl de vis alles geeft |
Vier maanden na
de operatie ga ik met vismaatvriend Peter naar het Plashuis zes uurtjes vissen.
Het wordt een memorabele dag. Ik dril er mijn eerste karper in bijna zes jaar.
Peter en ik staan te janken terwijl de vis aan de andere kant van de lijn alles
geeft. Eenmaal de vis in het net voel ik de littekens trekken en mijn nieuwe
hart in mijn borstkas bonken. De schub van bijna een meter lang en 25 pond
zwaar is meer dan ik eigenlijk kan handelen, maar I’m back!
Een prednisonkop, maar I'm back! |
Met mijn
beterende conditie en spierkracht neemt ook de tijd die ik langs en op het
water doorbreng toe. Vismaatvriend Rolf past zich aan mij aan en samen beleven
we schitterende, soms ook emotionele, momenten aan de grote waterstelsels. Ik
trek profijt van mijn vele korte rolstoelobservatieritjes langs het water en
pas de opgedane kennis toe. Zelfs de vroeger nooit gevangen grootwaterberen
komen voor even op mijn onthaakmat te liggen. Ik geniet en vis weer zoals het
zou moeten.
Anderhalf jaar na operatie
Een paar jaar
geleden heeft vismaatvriend Wouter zijn zinnen gezet op het water met de grote
spiegel. Bepakt met mijn kennis heeft hij zijn eigen interpretatie op het water
losgelaten en niet zonder succes. Waar anderen klagen over slechte vangsten,
weten slechts enkelen nog te excelleren, waaronder hij. Meerdere malen vraagt
hij me hem te vergezellen, maar het grote, open water lonkt en met de relatief
geringe energie en spierkracht die ik nu nog heb, moet ik keuzes maken.
Uiteindelijk stem ik anderhalf jaar na de operatie toe. Ik heb echter al ruim
negen jaar niet op het betreffende water gevist en wil niet zomaar bij Wouter
aanschuiven. Om weer enige feeling met het water te krijgen, besluit ik om
vooraf een paar, vier uur durende, sessietjes op verschillende tijdstippen te
vissen en een paar keer een rondje om het water te maken. Door de recente, explosieve
groei van de waterplanten is er voor de vissen veel meer voedsel beschikbaar
gekomen en het aantal schuilplekken flink uitgebreid. In de drie testsessietjes
die ik vis, weet ik twee schubs te vangen en kom ik meer te weten. Iets waar we
zeker ook rekening mee dienen te houden is de blinde voermanie die veel vissers
aan de dag leggen. Sommige plekken worden dagelijks door drie of vier
verschillende mensen bevoerd!Wouter laat zijn eigen interpretatie op het water los |
Waar de meeste vissers voor de stekken zonder waterplanten kiezen, zoeken
Wouter en ik ze juist op. Nu de watertemperaturen dalen en steeds meer planten
afsterven, zouden deze best wel eens juist een aantrekkende werking kunnen
hebben. Omdat we niemand in de nabije omgeving van onze beoogde stek hebben
zien voeren, besluiten we twee avonden in het geniep wat van Martin’s
Monstercrabjes Aminol te water te laten. We kiezen voor de avond omdat Wouter
op het moment veruit de meeste aanbeten ’s nachts krijgt. Tijdens beide
voerbeurten lijkt ons vermoeden bevestigd te worden, want waar het op de stek
overdag rustig is, zien we tijdens het voeren meerdere karpers rond de stek
draaien en springen.
Gedurende deze sessie hoop ik er ook achter te komen hoe mijn lichaam
reageert op een lang verblijf aan de waterkant. De eerste nacht krijgen we twee
runs. Eéntje resulteert in een losschieter na zo'n tien seconden, de ander
blijft, ondanks een draaiende molenspoel en kromme hengeltop, van vis
verstoken...
De impact die de nacht vissen op mijn lichaam heeft is niet mis. Een
nachtje vissen is dus zo vanzelfsprekend nog niet. Desondanks besluit ik door
te zetten en mijn lichaam zoveel mogelijk rust te geven. Aan het eind van de
middag duiken er steeds meer vissers op die een plekje om ons heen zoeken. Bij
het invallen van de duisternis kijken we toe hoe twee vissers vanuit hun boot
bijna een half uur lang heel verspreid een grote hoeveelheid boilies op veertig
meter van onze plek voeren. Nog geen uur later arriveert er een tweede boot die
aan het geroffel te horen ook een flinke hoeveelheid voer te water laat, maar
zelfs nog dichter bij onze rigs en dat terwijl we maximaal zestig meter uit de
kant vissen.. Daar zijn we dus mooi klaar mee…
De volgende ochtend staren we enigszins gedesillusioneerd naar de bakkende
eitjes. Ik ben er klaar mee. We besluiten rustig aan te doen en na het ontbijt
nog even twee uurtjes te blijven zitten voor we beginnen met opruimen. En dan
herinner ik me iets, ik weet nog een inham in het talud te liggen en daar
hebben we deze sessie nog niet gelegen. Ik draai een hengel in en werp de rig
op de plek.
En dan gebeurt het! Een piep. Het is de hengel die ik juist opnieuw heb
ingeworpen! De waker stijgt en zakt. Mijn blik gaat van waker naar hengeltop.
Bijna tegelijkertijd strekt de lijn zich en wordt er, onder begeleiding van een
hoge toon, lijn van de molenspoel getrokken. Ik zet niet teveel druk om de vis
omhoog te laten komen en zodoende de lijn van de taludrand vrij te laten komen.
Dat werkt. Gestaag zwemt de vis van me af en scheert vervolgens naar rechts
weer de diepte in. Ik loop mee. Er blijft iets zwaars in de lijn hangen, maar
er zit nog steeds beweging in de zaak. Tien minuten later zwemt de vis voor de
kant. Een grote kluit wier achtervolgd hem. Wouter staat in het water, klaar om
het net onder de vis te steken. Een gelige vlek verschijnt. 'Jezus! T*ring!'
roepen we in koor. Ik zet de slip nu iets losser, deze wil ik niet kwijt. Een
gigantische rug doorbreekt het wateroppervlak en een staart slaat het water tot
schuim. Voor de zoveelste keer verlaten meters lijn de molenspoel. Wouter kijkt
om. 'Die is dik veertig gek!' En dat is ook mijn gedachte...
Nu de vis hoog in het water blijft, en een deel van de wierkluit van de
lijn is losgekomen, kan ik hem betrekkelijk eenvoudig naar het net loodsen. Bij
de eerste poging heft Wouter het net. Als hij zich omdraait en met de vis naar
de kant toe waadt, weten we het zeker; een dikke veertiger! Gezamenlijk dragen
we de vis naar de onthaakmat. Als ik het groen verwijder kan ik mijn ogen
nauwelijks geloven. Het is hem. Dé spiegel. Eén van de laatst nog levende
monumenten van het water, waarschijnlijk zo'n veertig jaar oud. Eentje die mij
bijna had overleefd. Ongelooflijk dat ik nu juist deze vang! Eerder dit jaar
werd de vis gevangen op een naar mijn idee zorgwekkend laag gewicht, maar nu
ligt ie hier, in volle glorie en misschien wel net zo zwaar als hij ooit
geweest is.Het is duidelijk dat de vis vol op de Monstercrabjes heeft gezeten. We wegen met mijn klok. Boem! Echt? We wegen nogmaals. Het gewicht blijft onveranderd, ook als we voor de zekerheid Wouter’s klok erbij pakken. Het is zeker. Oké, wat nu? Het licht is verre van ideaal om mooie foto's te maken, maar ik wil de vis gewoon niet zakken. We doen het er maar mee. Hoe ga ik dit mannen? Ik ben het afgelopen anderhalf jaar weliswaar al behoorlijk aangesterkt, maar of ik al klaar ben om zoiets te torsen? Maar het lukt. Snel maken we foto’s en filmen wat. Wat een moment! Ik tril. Mijn armen, schouders en onderrug doen pijn. Op dit gewicht is mijn lichaam duidelijk nog niet berekend. Het vangen van de vis is nooit een doel op zich geweest, maar wel speciaal voor mij. De keer dat ik ‘m zag, de keer dat ik ‘m verspeelde, de keer dat ik ‘m fotografeerde voor een ander. Gezamenlijk tillen we de vis in de onthaakmat naar het water. Daar ondersteun ik hem nog even voor hij rustig van me wegzwemt en verder kan gaan met zijn leven. Net als ik, nu niet langer meer afhankelijk van slangen en elektroden en de dood hijgend in mijn nek. Mijn leven is nog maar net begonnen!
Mooi en ontroerend verhaal Boudewijn! Het is fascinerend ondanks het einde bijna in zicht was je toch nog plannen aan het maken was voor de toekomst. dat blijkt maar weer dat je een volhouder bent en niet zo maar opgeeft! Veel gezondheid toegewenst.
BeantwoordenVerwijderenGroet, Bjorn.
Hoi Bjorn,
VerwijderenDat ging vanzelf en ik denk ook een manier om jezelf bezig te houden. Je weet wel, 'als ik toch ooit nog...'
Geweldig hoe je dit oppakt Boudewijn. Het verhaal is echte en voor mij niet te lezen zonder ontroering.
BeantwoordenVerwijderenGroeten
Dank je Michael, ik ben nu alweer een tijdje aan het genieten en nog altijd aan het opbouwen.
VerwijderenHoi Boudewijn,
BeantwoordenVerwijderenJe bezorgt me natte ogen man!! Heel herkenbaar zijn al die eerste keren na zo'n zware operatie...de eerste keer wandelen, de eerste keer vissen...al die momenten bezorgen je een golf van emotie waarin je zo ongelofelijk blij bent met die 2e kans!! Ik maak me na 7 jaar gewoon weer druk om de kleine dingen in het leven....kennelijk vervaagt zo'n bizarre belevenis met de tijd!
Blijf lekker vissen en mooie verhalen schrijven. Je bent een inspiratiebron voor velen onder ons!!!
Martin Mooijman
Dat druk maken om de kleine dingen probeer ik zo lang mogelijk uit te stellen Martin, maar ook ik merk dat 'leven' weer wat gewoner wordt. Ergens vind ik dat wel een beetje jammer moet ik bekennen.
VerwijderenWat een verhaal man. Ik kreeg een brok in mijn keel.
BeantwoordenVerwijderenGroeten en geniet van je leven,
Martin
Komt goed Martin!
VerwijderenHoi Boudewijn,
BeantwoordenVerwijderenIk had je artikel al in de Karperwereld gelezen, maar zojuist nog eens. Het is mooi om te zien dat je weer lekker vist en ons laat meegenieten.
Hoop het ook nog lang te kunnen doen John
VerwijderenPrachtig artikel. Had het al in de Karperwereld gelezen. Was een goede editie overigens! Binnenkort weer een artikel van jou Boudewijn?
BeantwoordenVerwijderenGroet,
Johan
Hoi Johan,
VerwijderenZoals het er nu naar uitziet komt er weer een artikel van mij in nr. 92 te staan ;)
Wat een wonderlijk verhaal Boudewijn. Ik had gehoord dat je een nieuw hart had, maar nu lees ik je eigen verhaal, heel bijzonder! Ik ben dan geen visser (behalve dat ik nu wel de naam Visser draag sinds ik getrouwd ben ;-) ), maar ik geloof dat je erg veel mensen weet te bereiken met je boek over vissen. Chapeau!
BeantwoordenVerwijderenHoi Valerie,
VerwijderenLeuk dat je reageert! Ik ben ook bezig met een boek over mijn (voormalig leven als (chronisch) hartpatiënt. Hopelijk hebben anderen daar ook wat aan op welke manier dan ook.
Het is en blijft een heel bijzonder verhaal.
BeantwoordenVerwijderenHet is voor mij als buitenstaander heel moeilijk voor te stellen hoe het voelt wat jij al die jaren hebt ervaren.Ik kan me voorstellen dat je geleefd hebt tussen hoop en vrees...je mag ontzettend trots zijn op wat je hebt doorstaan en waar je nu bent.en niet te vergeten dankzij een bijzondere donor!
Niets aan toe te voegen Hans, helemaal gelijk. Dank je.
VerwijderenHoi Boudewijn
BeantwoordenVerwijderenWat een prachtig en een ontroerend verhaal! Ik heb het wel 2 keer gelezen!
Zo zie je maar weer dat je altijd moet blijven volhouden! En niet bij de pakken neer moet gaan zitten
En dan mooi dat je die grote vis gelijk na je 2e geboorte ving!!
Ik gun jou die bak en al die andere vissen echt van harte! Want er zijn echt zeer weinig mensen die zo doorzetten als jou!
Sterkte me je herstel! En succes met je visserij!!
Groet,
Jurian van de graaf
Hey Jurian, dank voor je reactie man en reken er maar op dat ik (nog steeds) druk bezig ben met opbouwen!
VerwijderenBoudewijn, speciaal voor jouw artikel had ik de karperwereld gekocht en ik moet zeggen dat ik niet teleurgesteld ben. Heel bijzonder dat je je verhaal met ons wilt delen. Ik had het blad overigens al heel lang niet gelezen maar was blij verrast met de inhoud.
BeantwoordenVerwijderenMet vriendelijke groet,
Ronald
Hoi Ronald,
BeantwoordenVerwijderenTja, vissen is meer dan vangen he? Dat vergeten sommigen nogal eens (in hun zoektocht naar erkenning). Er staan overigens wel vaker heel lezenswaardige artikelen in het magazine ;) Ook Rolf bijvoorbeeld, staat er in nagenoeg elke editie met zijn vaste rubriek in. Of Robert de Wilt met wat leuke, leerzame artikelen over oppervlaktevissen ;)
Mooi artikel Boudewijn. Blij te lezen dat het weer beter gaat met je.
BeantwoordenVerwijderenGroeten Martijn M.
THanks!
VerwijderenGa zo door het is je gegunt!
BeantwoordenVerwijderenDank je Tim!
VerwijderenBoudewijn, wat een geweldig mooi verhaal man. Blij dat het is goedgekomen en dat je nu lekker vist en andere dingen doet. Ik wil je bedanken voor je inspirerende verhaal!
BeantwoordenVerwijderenGroet,
Peter
Dank je Peter, ik ben er open over verder hoor. Nu flink genieten van wat ik nog kan!
VerwijderenIk vind het een top prestatie hoe jij bent blijven knokken en als je dan kijkt waar je nu staat; vissen op de Lot!
BeantwoordenVerwijderenGrt, Rob.
Dank je Rob, je kan je aardig inleven denk ik? Blijf zelf ook knokken en genieten!
Verwijderen