De Droefpoel is een klein watertje, omgeven door riet en bomen, maximaal zo'n drie meter diep en 's zomers begroeid met leliebedden. Er zwemmen voor zover bekend zeventien karpers rond tot 28 pond.
Het poeltje werd vooraf serieus benaderd. Het diepteverloop was ons al bekend, waar de vis zich ’s winters ophoudt ook. Drie dagen van tevoren werden er wat 15 mm. bolletjes gestrooid, niet teveel met de watertemperatuur van slechts 8 graden (!), maar ietsjes meer vanwege het hongerige gevogelte.
We zaten, visten en blankten. Alles werd uit de kast gehaald. Mijn voerbootje voer onze rigjes zo ver mogelijk onder de takken uit, om het uur werden de rigs iets verplaatst en aan het einde van de dag hadden we zo ongeveer elke vierkante meter van de poel bevist. Het mocht niet baten. Rolf deed een gewaagd voorstel: 'Snoeken?'
Rolf trok alle registers open op de Droefpoel |
De teller stokt uiteindelijk op zes, met als grootste een achtentachtiger. De drilarmen zijn weer geolied, de focus is helemaal terug, een plan voor morgen is gemaakt. We gaan naar het Takkenwater. Er is al twee jaar lang wintersterfte geweest, maar wie weet?
Mooie snoeken mannen, nu weer de karpers.
BeantwoordenVerwijderenDat is wel de bedoeling Jeffrey. Maar van dit soort snoeken ben ik ook niet vies hoor.
BeantwoordenVerwijderenQua vis zijn ze mooier dan karper, maar het vangen is echt andere koek he. Wel mooi man. Waarmee heb je ze gevangen. Is er ook een foto van je aas, hoe je het bevestigt en welke onderlijn je gebruikt?
BeantwoordenVerwijderenGezonde groetjes,
Johan