In Dé Karperwereld nr. 92 is er een artikel van mij gepubliceerd over mijn globale aanpak voor het vissen van korte sessietjes, toegespitst op één van mijn 2-uren projecten.
Ik ben iemand die binnen zijn visserij graag dingen ontdekt, uitprobeert en zelf wil uitzoeken. Dat vormt eigenlijk het hart van mijn hobby. Natuurlijk wil ik ook vangen, dat is het uiteindelijk doel, maar zonder alles er omheen is voor mij de lol er na een paar gevangen vissen wel vanaf. En omdat ik het in mijn visserij tegenwoordig veelal moet hebben van relatief korte sessies, is het belang van een goede voorbereiding alleen maar toegenomen.
Een
plan dus. En omdat ik de dingen graag zelf uitzoek en durf te proberen, maak ik
er meestal een project van. Natuurlijk wil ik ook een bepaalde vorm van
zekerheid hebben, dus lopen deze projectjes vaak naast mijn ‘normale’ visserij.
Dat is mogelijk omdat ik een visser ben die liever regelmatig kort aan het
water is, dan een enkele keer lang.
All I need voor een kort sessietje |
Als
ik ergens op de dag twee of drie uurtjes over heb, pak ik doorgaans mijn
struinspullen en ga op pad. Dat betekent kilometers rijden en lopen en hopen op
een gewillige vis. Ook tof, maar zou het niet effectiever en minder inspannend kunnen?
Ik wil op regelmatige basis gedurende twee uur netto vistijd – de tijd dus dat
mijn haakaas in het water ligt – vis proberen te vangen. Een eerste voorwaarde
is logischerwijs dat ik vis waar de vis zich ophoudt. Een tweede is dat ik de
mogelijkheid moet hebben om de omstandigheden zoveel mogelijk naar mijn hand te
zetten. Daarbij zal ik ook rekening moeten houden met de heersende voermanie van
de meeste vissers en de zichtbaarheid van mijn stek. Onverholen succesvol zijn
is vragen om problemen.
Een
derde voorwaarde is dat de reistijd maximaal een uur mag zijn, zodat ik
inclusief vissen niet meer dan drie uur kwijt ben. Dat is immers het streven.
Uiteindelijk
selecteer ik vier stukken water die ik gedurende het vroege voorjaar geregeld in
‘verloren uurtjes’ bezoek. Ik verricht er het nodige peil- en observatiewerk en
bepaal de exacte stekken. Het is eind april als ik na een paar weken eindelijk de
eerste vissen zie zwemmen in twee van de door mij geselecteerde stukken water. Het
voordeel is ook nog eens dat deze relatief dicht bij elkaar liggen. De overige
twee blijven vooralsnog van karper verstoken, dus is de beslissing om deze te
laten vallen snel genomen.
De
eerste stek is een met rietkragen en ’s zomers met waterplanten begroeide poel.
Deze wordt onder meer gebruikt als hondenzwemwatertje. Hier heb ik een stek
gevonden van waaruit ik meerdere plekjes zou kunnen bevissen en tussen het riet
vrijwel uit het zicht kan zitten.
De
tweede stek is aan een rustiger gelegen sloot die de poel met de rest van de
waterpartijen verbindt. De kanten van de sloot zijn nagenoeg onbegaanbaar door
de steile oevers en de dichte begroeiing. Niets voor andere vissers, dus echt
iets voor mij!
De keuze voor deze twee stukken water biedt
me de mogelijkheid om beide stekken te laten ‘samenwerken’. Gezien het gedrag
en zwemtempo van de vissen in de sloot, ziet het ernaar uit dat deze meer als pendelroute
van en naar de poel wordt gebruikt en niet om er naar voedsel te zoeken of te
rusten. Ik zal ze hier dus waarschijnlijk niet lang vast kunnen houden. Eén à
twee uur voor de eigenlijke sessie wat voeren zou hier toereikend moeten zijn. Tijdens
het penvissen heb ik namelijk meermaals ervaren dat een leeggegeten voerplekje
zeker nog een uur zijn aantrekkingskracht behoudt. En in dit geval maak ik er
zelfs twee in de sloot die ook nog eens dicht bij elkaar liggen. Genoeg om de
vissen bezig te houden tot ik ben teruggekeerd. Mochten ze toch doorzwemmen,
dan is er altijd de stek op de poel zelf nog waar ze met mijn voer in aanraking
kunnen komen. Komt een vis vanuit de poel de sloot in zwemmen, dan zal deze
waarschijnlijk mijn voer herkennen van mijn voerplekje daar en eerder geneigd
zijn met vertrouwen te azen. De ene stek helpt de andere dus.
Na een paar weken zie ik eindelijk de eerste vissen |
Ik
heb twee sessietjes van twee uur op de slootstek achter de rug en niets
gevangen. Er zwemt wel vis rond, maar deze zwemmen in te hoog tempo voorbij en
tonen geen interesse in mijn aas. Nog geen twintig meter links van mijn stek
bleek er echter een plek te zijn waar ze wel even bleven rondhangen en soms met
hun kop naar beneden stonden. Hoezo het belang van ‘de juiste plaats’?! Waarom
daar en twintig meter verderop niet, heb ik zo snel niet kunnen ontdekken, maar
het was voor mij wel een teken om een stuk op te schuiven.
Het is nog fris als ik bij de nieuwe slootstek
aankom. Ik heb een gat in mijn dag, dus die kan ik mooi vullen met een 2-uurs
sessie. Brasems paaien tegen de in het water hangende boomtakken en struiken
aan de overkant. Ze zijn aardig aan de maat. Het water is weer wat troebeler
geworden in vergelijking met de laatste keer dat ik hier was. Zowel links als
rechts van mijn plek voer ik redelijk verspreid twee handjes Crushies en 15 en
20 mm bollen. Genoeg om een vis even bezig te houden en te weinig om ze te
verzadigen, hoop ik. Daarna voorzie ik de plek op de poel zelf van voer en ga
weer op huis aan. Op de terugweg kan ik mooi boodschappen doen.
Een goede anderhalf uur na voeren ben ik terug. Zo geruisloos mogelijk werk ik me door de struiken heen en maak vervolgens mijn spullen in orde. Er is hier van nature al een opening onder een boom en die zou me net genoeg drilruimte moeten bieden als ik op mijn hurken ga zitten. Een onderhands worpje volstaat om de twee rigs op hun plaats te krijgen. Omdat de overkant met struiken en bomen overgroeid is, duw ik de steunen stevig in de grond en zet mijn molenslip zo goed als dicht. Als hoofdlijn heb ik 40/00 opgespoeld en beide hengels vis ik met een vrij simpele 15 cm. lange onderlijn van 'Strip-iT' -materiaal en vis deze aan een zogenaamd 'Double Loop systeem' van Free-Fall. Omdat ik tegen obstakels vis is een longshank-haak uit den boze en gebruik ik een klauwhaak met line aligner.
De linker rig komt een meter of zes naar
links onder de eigen kant te liggen, de rechter een meter of vijf naar rechts,
in het midden van de sloot. Het water is hier zo’n 40 cm. diep en de bodem vrij
vlak. Elke centimeter telt hier. Toploodjes zorgen ervoor dat ik met strakke
lijnen kan vissen en zo een snellere beetregistratie krijg dan met slappe
lijnen het geval zou zijn. De rigs liggen relatief dicht bij elkaar, dus zal
bij een aanbeet de andere plek tijdens de dril verstoord worden. Dat maakt me
niet uit, want ik ga per sessie voor één vis. Alles wat daarna komt is bonus.
Een
kwartier na inleggen. 'Piep!' De hengeltop slaat heen en weer. Slechts één stap
en ik heb de hengel al in mijn handen. Yes! De vis kan met de nagenoeg dicht
afgestelde slip geen snelheid maken. Dat gaat alvast volgens plan. Hij kiest
voor de enige overgebleven richting en dat is naar mij toe. Zo kan ik al wat
slagen lijn winnen. Even blijft de hengeltop in een tak boven me hangen, maar
komt gelukkig los. Stofwolken en algenslierten dwarrelen op, deiningen lopen
door de sloot. Een lichte vlek zwemt op drie meter voor me langs. Drillen op je
hurken op een schuine kant is niet echt comfortabel, merk ik al. De slip mag
een paar tikjes losser. Een aanzet, maar meer dan een meter pakt ie niet. Een
staart slaat door het wateroppervlak. Godsamme, wat zijn die beesten hier
sterk! Zelfs in dit ondiepe water. Minuten lang is het geven en nemen. Elk
moment kan er kramp in mijn benen optreden. Eindelijk trek ik de vis over het
schepnetkoord en is ie binnen. Ik kan gaan staan. De spanning vloeit uit mijn
benen. Voor me ligt een dikke schub in het net.
Ik maak de twee uur vol, maar krijg, zoals
verwacht, geen actie meer. Het blijven toch geheimzinnige beesten ergens, die
karpers. De vis had zonder dat ik ook maar iets gezien had op nog geen halve
meter water mijn haakaas weten te bereiken.
Nadat
de volgende slootsessie zonder aanbeet is verlopen ben ik terug voor een nieuwe
poging. Als ik in de opening tussen de bomen en het struikgewas ben aangekomen,
valt mijn blik direct op twee stofwolken in het water. Vis! Ik pak een handje
Crushies en voer ze samen met een paar hele bollen stuk voor stuk ruim rond de
twee stofwolken. Zo snel mogelijk spoed ik me naar huis om te regelen wat
geregeld moet worden.
Bijna twee uur later ben ik terug aan het
water. Een grote staartlob breekt juist door het wateroppervlak. Ze zijn er
nog! Mezelf tot rust manend, prik ik de banksticks in de grond en prepareer
mijn hengels. De vis lijkt vol vertrouwen te azen, maar toch voer ik elke
beweging rustig uit. Niets mag mijn aanwezigheid weggeven. Niet veel later ligt
en staat alles zoals ik het wil.
Een mix van maten en vormen |
Er is een half uur verstreken en ik heb nog
altijd geen aanbeet gehad. Teveel gevoerd? Ligt de rig niet goed? Vuil aan de
haak misschien? Onderlijn te lang? Allemaal onzekerheden die door slechts één ding
weggenomen kunnen worden.
Een nieuwe stofwolk rond mijn rechter haakaas. Kolkjes. Mijn blik dwaalt van de hengeltop naar de plek waar de lijn naar het toploodje in het water loopt. Er hangt een wolk visbroed omheen. Het volgende moment klapt de blank tegen het oortje van de Carpsounder aan. Ik heb de hengel al in de hand. De nagenoeg dichtstaande slip komt toch langzaam op gang als de vis richting struiken aan de overkant gaat. Met mijn wijsvinger op de molenspoel belet ik hem meer lijn te nemen en hij scheert vlak voor de struiken langs naar links. Meteen draai ik een paar meter lijn op. Een uithaal verder naar links voor mijn eigen kant. Ik blok. Mokkend komt de vis mee tot voor mijn voeten. Een volgende aanzet, waarbij een hoge flank verschijnt. Wéér een grote! Ik ga iets verzitten om meer stabiliteit op de schuine kant te verkrijgen. Minuten van geven en nemen onder de hengeltop volgen. Eindelijk geeft ie het op en kan ik hem boven het net trekken.
Ik onthaak de
vis in het water en draag hem naar de onthaakmat. Daar til ik hem uit het net
en kan ik hem bekijken. Het lijkt wel het broertje of zusje van de vis uit de
eerste sessie! Snel stel ik de fotocamera in. Achter me klinken twee piepen. Ik
kijk om. Iets doet zijn best om mijn andere hengel in het water te trekken. Dit
is wel het laatste waar ik op had gerekend! Ik leeg de emmer water over de vis
en rits de mat dicht. De hengel ligt nog steeds in de steunen te schudden, maar
lijkt elk moment gelanceerd te kunnen worden. Een geforceerd, korte dril, die
zich voornamelijk onder de hengeltop afspeelt, volgt. Het wordt even penibel
als ik het schepnet probeer te pakken dat nog vijf meter verderop ligt, maar
het lukt.
Voor me ligt een machtige schub in het net.
Yes! Snel verzeker ik me ervan dat het net plus inhoud veilig en vast liggen,
zodat ik me om de vis op de mat kan bekommeren.
Twee foto's en hij mag terug. Zowel mijn
broek als de onthaakmat blijken onder de resten van mijn voer te zitten. Dat
kan alleen afkomstig zijn van de plek op de poel waar ik gisteravond heb
gevoerd! Als ook de tweede vis het voer uitschijt, heb ik naar mijn mening echt
de bevestiging dat de plekken samenwerken.
Ik heb er ondertussen acht slootsessietjes op zitten en ik kan niet anders dan heel tevreden zijn. Als er vis in de sloot zwemt, volgt de eerste aanbeet binnen het uur. Anders blank ik twee uur. Op de poel loopt het echter een stuk minder goed. Eén vis in drie sessies tot nu toe. Als ik zie hoe goed ze in de sloot op het voer zitten, sla ik hier de plank ergens mis. Er zit met regelmaat karper. Dat zie ik tijdens het voeren en toont de ontlasting aan die ik soms op mijn onthaakmat en kleding bij de slootsessies terugvind. Omdat ik telkens maar twee uur vis, besluit ik mijn poelsessies naar de avond, een ander dagdeel dus, te verleggen.
De eerstvolgende poelsessie ben ik om 20.00
uur aanwezig. Om meer te weten te komen veroorloof ik het mezelf om vier uur te
vissen. Een eenmalige investering in het project. Het betaalt zich uit. Om
23.10 uur krijg ik de eerste aanbeet die resulteert in een mooie schub. Een
half uur later loopt de tweede hengel af.
Twee dagen later ben ik terug voor een
sessietje van 22.00 uur tot middernacht.
Ik kan nog net de plekjes onderscheiden
waar ik mijn rigs moet droppen. Dit luistert steeds nauwer door de groei van
planten. Met het invallen van de duisternis neemt ook de visactiviteit toe. Mijn
linker rig ligt voor de kant op 30 cm. water, direct naast een dichte
rietkraag. Een deining op een paar meter afstand. Twee rietstengels wat
dichterbij worden opzij gedrukt. Er komt iets aan. Ik kijk op mijn telefoon.
23.22 uur. Ik zet twee stappen opzij en ontwaar in de weerkaatsing van het
maanlicht een kolkje vlak bij mijn rig. Plots een deining. Voor me komt de lijn
uit het water, de Carpsounder produceert geluid. Beet! Ik pak de hengel op en
met bruut geweld wordt deze naar voren getrokken. Verderop in het donker slaat
een staart door het wateroppervlak. Meerkoeten keffen, eenden vliegen op. Op
een andere plek in de poel schieten nog twee vissen weg. Tot twee keer toe
zwemt de vis zich ergens in het riet vast, maar komt ook weer vrij. Groot is de
opluchting als ik het net even later hef. Iets voor middernacht volgt een
tweede vis.
Ondanks dat er een hoop duidelijk is
geworden, probeer ik nog één keer een middagsessie. Het resultaat was eigenlijk
al te voorspellen.
Begin juni valt de boel stil. Is het stekdressuur of is de poel nu minder in
trek? Feit is dat ik steeds minder vang en amper nog vis waarneem en die moet
er wel zwemmen wil je kans op snel succes hebben. Met een gemiddelde van bijna
één vis per gevist uur is de opzet met recht een succes te noemen. Daarom
besluit ik verder te kijken. Ik kom uit op de twee eerder afgevallen stukken
water. Deze worden nu wel door karper bezocht. De eerste sessies eindigen met
wisselend resultaat, maar na wat observeren en als gevolg daarvan enkele
aanpassingen te hebben doorgevoerd, begint het ook hier steeds beter te lopen.
Kort vissen en succesvol zijn is dus mogelijk, je moet er alleen wel wat voor
doen.
De film die bij het artikel hoort (kijk je uiteraard in HD):
Toch nog wat geplaatst! Mooi artikel weer Boudewijn en meteen ook nog eens het filmpje gekeken. Het is zeker een van mijn favo's. Weet je al wat je gaat doen?
BeantwoordenVerwijderenDank je Tom. Over de toekomst van Boustails blog bedoel je neem ik aan? Ik ben nog aan het broeden, maar dit soort dingen en de beloofde filmpjes komen er sowieso nog aan!
VerwijderenHey Boudewijn ,
BeantwoordenVerwijderenMooi stuk weer met een lekker filmpje erbij super hoor , maar wel erg makkelijk als je met aas gesponsord word!
Groeten Marcel
Hoi Marcel, een aassponsor helpt zeker, maar zoals ik ook schreef voerde ik eigenlijk 'slechts' twee handjes voer per plek, niet bepaald kilo's per keer dus. De kwaliteit van je voer is belangrijker dan de kwantiteit, anders blijven ze niet terugkomen.
VerwijderenHe Boudewijn,
BeantwoordenVerwijderenIk wilde wat opzoeken over wintervissen en zie ik opeens dit artikel staan. Ik had je 2uren aanpak natuurlijk al gelezen maar alle informatie bij elkaar is wel wat overzichtelijker. Mooi artikel!
Dank je Tim, in de komende Dé Karperwereld weer een artikel van mijn hand ;)
Verwijderenhoi Boudewijn
BeantwoordenVerwijderenPrachtig dat laatste stukje film, dat verhaaltje over die losser.
Zo herkenbaar, die emotie, dat gevoel, komt echt over.....
Jammer van die vis .
Groeten Miguel
p.s.
ik heb dit filmpje volgens mij eerder gezien.
Hoi Miguel,
VerwijderenKan kloppen hoor, ik heb ergens afgelopen najaar geplaatst, maar omdat filmpje en artikel met elkaar te maken hebben, heb ik het filmpje ook maar bij het artikel geplaatst.
mooi artikel Boudewijn ,ik pas deze techniek ook toe als ik weinig tijd heb en is zeer en misschien wel effectiever als uren uitzitten ...filmpje is prachtig !! mijn complimenten
BeantwoordenVerwijderenKort vissen kan zeker effectief zijn, gelukkig voor ons vinden velen de voorbereiding zonde van hun vistijd en brengen die uren liever vissend door ;)
VerwijderenIk had het ook al gelezen op je blog Boudewijn, maar het was zeker geen straf om het nog een keer te lezen :) Voor mij 1 van je hoogtepunten van 2013! Chapeau.
BeantwoordenVerwijderenGr, Bjorn.
Dank je Bjorn, voor mij ook, zeker omdat de aanpak op meerdere wateren werkte.
VerwijderenDeja vu, maarrr wel weer leuk om te lezen. Indien ik komend jaar in de gelegenheid ben om stekken te onderhouden heb je een mooie leidraad neergezet, dank.
BeantwoordenVerwijderenGrtx, FER
Mocht je een soortgelijke benadering gebruiken, zal ik dat vast lezen op je blog Fer.
VerwijderenMooi artikel en filmpje Boudewijn! Noodgedwongen vis ik ook volgens het 2 a 3 uren project. Ik zie veel overeenkomsten in onze aanpak. Maar ik realiseer me nu wel dat we van elkaar verschillen aan het begin en het einde. Einde : ik vang geen vis. Begin : door de regels door lees ik nu dat je erg veel tijd steekt in de voorbereiding en dan met name het proberen te spotten van vissen. Dat stukje laat ik vaak achterwege en vertrouw op de bekende stekken (duikers, takken, riet, etc.) Weer iets om nog eens goed over na te denken. Dank! Mark Paauw
BeantwoordenVerwijderenHoi Mark,
VerwijderenHet klopt inderdaad dat ik veel tijd steek in voorwerk. Hierdoor kan ik de keren dat ik vis wel een stuk efficiënter te werk gaan zodat ik bijna altijd (naar mijn idee) meer vis per uur weet te vangen. Opeens valt het kwartje en weet je hoe je het moet aanpakken of aanpassen. Komt bij jou ook vast wel!
Mooi artikel Boudewijn. Ik wil je aanpak dit jaar gebruiken op een water bij mij in de buurt.
BeantwoordenVerwijderenLeuk te horen. Succes Jeffrey!
VerwijderenSchitterende vissen Boudewijn. Het filmpje had ik natuurlijk al gezien, maar het is leuk ook het verhaal er achter nog eens te lezen.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Roderick
Dank je Roderick. Alles goed verder? Vis je zelf ook nog?
VerwijderenMooi artikel. Weet al wat je gaat doen?
BeantwoordenVerwijderenHoi Sjoerd, ik ga door, maar weet nog niet in welke vorm. Ben nu in rustiger vaarwater beland en kan dus de tijd nemen er rustig over na te denken.
Verwijderen