In Dé Karperwereld nr. 98 is een artikel verschenen waarin ik vertel over mijn mobiele aanpak bij het wintervissen
Januari. Het
uitblijven van een echte winter met sneeuw en ijs zorgt ervoor dat mijn
snoekdriften tanende zijn en mijn gedachten zich weer meer en meer op karper
richten. Dat ik de afgelopen tijd tijdens het snoeken geregeld karpers zie
voorbijschuiven versterkt dit alleen maar. Een langdurige voerplek voor de
winter heb ik niet opgebouwd, dus zal ik de karpers moeten zoeken. Omdat ik niet
alleen maar instant met de pen wil vissen, maar ook met twee hengels op
afstand, zal ik mijn aanpak hierop moeten afstemmen; licht bepakt, actief en
flexibel vissen dus.
Voorbereidend werk; plekken zoeken en peilen |
Ik weet al
precies waar ik mijn rigs wil natmaken. Vanwege de zachte winter en de niet zo
heel grote kans op nog een langdurige, strenge vorstperiode, wil ik een poging
wagen op een relatief ondiep waterstelsel dat ik heel wat jaren geleden heb
bevist. Er zal natuurlijk eerst wat verkennend werk verricht moeten worden om weer
een idee te krijgen van de heersende situatie. Als ik mijn plannen aan Wouter,
die ook in een snoekdip verkeerd, ontvouw, is een gezamenlijk project een feit.
Met zijn tweeën zoiets aangaan is niet alleen leuker, maar stelt je daarnaast
in staat effectiever te vissen en dus tot de zo gewenste resultaten te komen.
De eerste 30er en net geen meter lang |
De laatste
week van februari. Ondanks dat gevoel een groot aandeel heeft in mijn visserij,
vind ik een goede voorbereiding en juiste aanpak zeker niet minder belangrijk.
Aangezien Wouter nog volledig onbekend is met het waterstelsel, bezoeken we de
oevers eerst zonder hengels. Voor mij is het ook alweer heel wat jaren geleden
dat ik er gevist heb en er blijkt flink wat veranderd. Om snel meer informatie
te vergaren plannen we een lange pensessie in. Het is iets wat ik vaak doe om
in korte tijd een redelijk beeld te krijgen van een water. Waar we willen
vissen bepalen we aan de hand van mijn vangsthistorie, maar vooral ook aan de
hand van onze waarnemingen en inzichten tijdens het eerste bezoek. Doordat we
met zijn tweeën zijn kunnen we een flink deel van het waterstelsel afvissen en zo
informatie verzamelen. De vis zwemt met de heersende watertemperaturen en
lichtintensiteit nu nog niet veel, dus zullen we de winterverblijfplaatsen echt
moet gaan zoeken.
Mobiel op afstand |
Ieder pakken
we een deel van de in onze ogen interessantste stukken van het systeem en voeren
er spaarzaam op acht potentiële stekken; zestien in totaal dus. Deze plekken vissen
we vervolgens ieder slechts 10 minuten af. Netto welteverstaan, de tijd dus dat
ons aas in het water ligt. Het primaire doel achter de aanpak van deze dag is
niet zozeer het vangen van karper, maar kijken hoe het met andere vissers is
gesteld, of de stekken schoon van takken en andere ongewenste obstakels of vuil
zijn, hoe de bodemgesteldheid is en of we er visactiviteit zien of krijgen. Door
een visdag van acht uur in te plannen zijn we in de gelegenheid elke plek drie
keer af te vissen en zodoende op meerdere momenten van de dag op elke plek voor
even aanwezig te zijn.
Licht bepakt betekent flexibel |
De penvisdag
levert ons elk een aantal brasems op die uit vier verschillende gebiedjes van
het waterstelsel komen. Daarnaast is het ontbreken aan ‘mensensporen’ langs de
waterkant positief te noemen. Na beraad houden we uiteindelijk slechts vijf van de zestien beviste plekken
over. Deze zullen we op een mobiele manier met de afstandstokken gaan bevissen.
We zijn
effectief bepakt. De één duwt de kar met daarop onze spullen, de ander draagt
de opgetuigde hengels en schepnetten naar de stek. Kwestie van steuntjes in de
grond, rigs op hun plaats droppen en afwachten. We vissen instant en maximaal
anderhalf uur per plek. Hebben we binnen een uur geen aanbeet gehad, dan
verkassen we. ‘Plek’ is in deze een breed gekozen woord, want het is meer een
gebied. Door in totaal vier hengels over het gebied te verspreiden kunnen we
redelijk wat water bestrijken en ligt er altijd wel een rig in de buurt van een
vis, mocht die aanwezig zijn. Krijgen we wel een aanbeet, dan maken we de
anderhalf uur vol. Het zijn dus de vissen die bereid zijn tot azen waar we op
vissen. De kans bestaat dat we hierdoor uiteindelijk vis zullen mislopen, maar
het is de keuze die we hebben gemaakt om meer stekken te kunnen bevissen en
zodoende sneller te weten te komen waar
de vissen zich ophouden. De gebieden waar we actie krijgen zullen we in
volgende sessie weer aandoen en omdat de vissen nog niet veel zwemmen is de
kans aanwezig dat we alsnog een kans krijgen op de gemiste vis. Een bijkomend
aspect is dat we op deze manier een plek waar zich meerdere vissen ophouden niet
snel ‘kapot’ zullen vissen.
Om zo snel
mogelijk een aanbeet af te dwingen kiezen we voor Crushies als aas. Sowieso een
favoriet aas van mij en Wouter door de afwijkende vormen en de aantrekkelijke
samenstelling. De Monstercrab Aminol heeft ook nog eens een roodbruine, opvallende kleur voor het ’s winters in onze
ogen niet te onderschatten visuele aspect.
Het eerste
gebied van de dag. Ik monteer een Crushie op de hair en laat de rig een kleine
meter naar beneden op de bodem zakken, drie meter van een struik die in het
water groeit. Ver uit de kant vissen is denk ik niet nodig. Het lood komt
duidelijk op het hardere plekje neer dat ik tijdens de pensessie gevonden had.
De bodem is verder vrij zacht. Toch ving ik in het verleden juist meer in de
zachte lagen. Vandaar dat de andere rigs gewoon daar komen waar we menen een
goede kans te maken, ongeacht de bodemgesteldheid. De hengel wijst schuin naar
de struik, slip staat helemaal dicht, steuntjes stevig in de grond, hengel in
de rodlock. Een 15 grams toploodje zorgt ervoor dat de lijn over de bodem
loopt, maar toch strak opgespannen kan worden zodat de vis nagenoeg geen ruimte
krijgt om op snelheid te komen en eventueel de struik kan bereiken. Een paar
brokjes Crushies er omheen en afwachten maar.
Rigs verspreiden over een gebied vergroot je kansen |
Ik check de
werking van een nieuw geknoopte onderlijn op mijn hand als één piep klinkt. De
hengel naast de struik schudt op de steunen. Nóg bevat ik het niet helemaal. Een
karperstaart doorbreekt het wateroppervlak. Het kwartje valt. In twee stappen
heb ik de hengel vast. De vis kiest, zoals bedoeld, voor de weg van de minste
weerstand om op snelheid te komen en dat is door de positionering van de hengel
van de struik af. Ik loop een paar stappen mee en draai daar de slip een paar
tikken losser. Wouter heeft zijn tweede hengel net ingelegd en komt aanlopen
met het schepnet. Twee minuten later schudden we handen. Het net is goed gevuld
en vooral de lengte van de vis maakt indruk. De eerste dertiger en net geen
meter lang. En dat binnen vijf minuten na aankomst!
De
thermometer geeft een watertemperatuur van zeven graden aan. De anderhalf uur
zijn verstreken en we draaien binnen om te vertrekken naar de volgende plek. We
voeren ieder twee handjes over het gebied verspreid en gaan dan door. Wat we
voeren dient puur om herkenningsprikkels op te bouwen voor de volgende keer dat
we hier komen, niet om een voerplek op te bouwen. Wouter duwt de kar, ik draag
de opgetuigde hengels en schepnetten. Een dikke driehonderd meter verder lopen
ligt onze volgende bestemming.
In het derde
gebied weet Wouter nog een mooie schub te vangen en het vierde levert mij een
brasem op. Aan het einde van de visdag maken we de balans op. Vijf uur netto gevist
en twee karpers, instant nog wel en dat tijdens winterse omstandigheden. Wij
doen het ervoor!
Een week
later zijn we terug. We bevissen dezelfde gebieden en vangen dit maal drie
karpers op dezelfde twee plekken. Die houden we voor de volgende keer aan en de
twee improductieve plekken maken plaats voor twee nieuwe. Zo schuiven we net zo
lang door tot we de productieve delen en stekken van het water hebben gevonden.
Aangekomen
bij het tweede, nieuwe gebied en tevens laatst te bevissen deel van de dag
hebben we nog helemaal niets gevangen en dat houdt in dat we er tot nu toe
netto drie uur vissen op hebben zitten. Dat schept wat extra tijd om een vijfde
stuk water te bevissen of om een ander, nabijgelegen water vast te onderzoeken.
Dat water hebben we op het oog voor het geval de concurrentie aan het water toe
zal nemen of we van actie verstoken blijven. We kiezen voor het onderzoeken van
het andere water, maar eerst hebben we nog minimaal een uur te vissen.
Wouter laat
zijn rig tussen wat verspreid staande rietstengels zakken en werpt zijn andere
montage tegen de overkant naast een overhangende tak. Ik drop mijn rig vijftig
meter meer naar rechts, net voor een rietkraag en mijn andere gewoon in het
midden.
Vijf minuten,
langer niet, dan loopt Wouter’s riethengel af. Terwijl Wouter met een kromme
hengel de door het riet ploegende vis volgt, loopt ook een andere hengel af. Zo
staan we plots allebei een vis te drillen. Beide vissen eindigen op de mat. We
maken de anderhalf uur vol, voeren ieder weer twee handjes verspreid over het
gebied en vertrekken naar het water dat we willen bekijken.
Wouter met een oude spiegel |
Door het
vorderende voorjaar verschijnen hier en daar toch wat andere karpervissers,
waardoor onze uitwijkmogelijkheden meer beperkt worden. Daarom besluiten we om
nog slechts twee productieve delen van het systeem te bevissen en daarna te
verkassen naar het andere water. De aanpak zetten we daar voort en zo weten we
telkens minimaal twee aanbeten af te dwingen.
Met
temperaturen van ruim in de twintig graden zijn we in een ander jaargetijde
beland. Ik heb het naar mijn zin. Zoemende insecten die iets te dicht bij mijn
oren of ogen komen kunnen me slechts kortstondig afleiden van het schouwspel dat
zich drie meter voor me afspeelt. Een dikke schub wroet gedreven in de bodem,
richt zich wat op, stuwt zich wat vooruit en drukt zijn uitstulpende bek twee
decimeter verder op de grond. Ik blijf nog even kijken voor ik mijn zakje
boilies strooi.
Ze zitten op het voer |
Ik heb
gedurende twee dagen drie plekjes aangevoerd. Op twee ervan
ligt nu een rigje, op het derde liggen wat gebroken boilies. Eén rig heb ik
laten zakken tussen wat verspreid staande rietstengels, de ander ligt meer naar
rechts, een half metertje voor de dichte rietkraag daar. Na ruim veertig
minuten buigt de linker hengel door en klinken de eerste piepen uit mijn
beetmelder. De vis duikt meteen het riet in, maar door mijn hengel hoog te
houden springt de lijn eenvoudig achter de stengels los. Enkele minuten later
ligt de eerste vis van de sessie op de mat. Snel monteer ik een nieuwe boilie
en leg deze in op de derde, nog niet beviste plek. Het openingetje in de
rietkraag, waar de vis vandaan kwam, voorzie ik van wat aas. Zo kunnen
eventuele vissen daar in de buurt weer rustig eten en vertrouwen opdoen.
Een tijdje
later volgt een zakker op de rechter hengel. De lijn strekt zich en een
boeggolf verplaatst zich richting het midden van het water. Ook deze vis komt
zonder al teveel problemen op de kant. Deze hengel verplaats ik weer naar het
eerste plekje in het riet dat nu een klein uur rust heeft gehad. Twee minuten na
inleggen heb ik dezelfde hengel weer in mijn handen en trekt er een vis aan de
andere kant van de lijn. Het tempo zit er goed in!
Zig-iT mix |
Tijdens de
twee tussenliggende voerdagen zie ik karperactiviteit genoeg. Ik loop hierdoor logischerwijs
over van vertrouwen. Op de visdag zelf zijn de omstandigheden echter totaal
anders dan de voorgaande dagen nu de wind is gaan liggen en de temperatuur
flink is gestegen. Waarschijnlijk blijft het daarom ook de eerste twee uur stil.
Wel zie ik soms een schim op half water voorbij schuiven. Ze hangen dus wel in
de buurt rond. Ik heb een zakje Zig iT-mix bij me, weliswaar bedoeld voor het
zig-vissen, maar bij uitstek geschikt om vis in de hogere waterlagen aan het
azen te krijgen. Mijn stekken liggen slechts twee en driemeter uit de kant, dus
voeren met mijn voerschepje is mogelijk. Ik leng wat mix met water aan tot ik
de juiste substantie heb en gooi om de paar minuten wat ervan in het water. Ik
heb verder niks bij me om ver genoeg boven de bodem te vissen, dus haal ik
beide hengels op en monteer een rigje met kleinere haakmaat en een stukje
boilie ter grootte van ongeveer een 8 mm. De volgende keer dat ik wat van de
mix voer zitten er ook wat stukjes boilie tussen. De continue aanvoer van
voedseldeeltjes in combinatie met de wolk lijkt zijn werk te doen, want na een
tijdje zie ik twee schimmen door een van de wolken zwemmen en telkens
terugkeren. Voorzichtig blijf ik bijvoeren. De vissen moeten nu onderhand door
hebben dat er op de bodem wat te halen valt. Een staart slaat de wolk uiteen en
aan de kolkjes aan de oppervlakte te zien is de vis aan het azen geslagen. Het
duurt niet lang voor mijn lijn zich strekt. Grote voldoening voel ik als de
hengel in mijn handen krommer trekt en de slip op gang komt. Hoe mooi is dit?!
Super artikel! Dit geeft me houwvast om op een ondiep water te proberen.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Jeroen
Leuk te horen Jeroen, succes!
VerwijderenMooi verhaal, flexibiliteit levert karpers. Maar wel op de klok letten ;-)
BeantwoordenVerwijderenFlexibiliteit levert zeker meer vis op Fer! En die klok, tja, de ervaring heeft gewoon geleerd dat langer blijven hangen niet echt veel meer oplevert, dus waarom niet verkassen?
VerwijderenGaat dit min of meer voor elk water op denk je? Hele mooie spiegels overigens!
BeantwoordenVerwijderenHet is makkelijker toe te passen op ondiep water dan diep maar het kan zeker. Het wel harder werken! Het komt op hetzefde neer en dat is de vissen zoeken.
VerwijderenHallo Boudewijn,
BeantwoordenVerwijderenHet gebruiken van de zig it mix is een slimme. Die ga ik ook zeker toepassen! Mooi en duidelijk artikel weer! Gaan we nog een keertje vissen?
Dank je, komend jaar maar eens kijken, wordt wel eens tijd eigenlijk, niet? ;)
VerwijderenMooi en interessant artikel Boudewijn! Tegen de regels in je ding doen en vangen!!
BeantwoordenVerwijderenDank je Bjorn. Ik hecht ook meer belang aan mijn praktijkervaring en eventueel aan die van anderen. Beter dan klakkeloos de 'gepredikte' theorieën volgen, die veelal uit gaan van menselijk gedrag en en denken ;)
VerwijderenHeel interessant weer Boudewijn en die vissen zijn prachtig. Even een vraag. Hoe meet jij de watertemperatuur? Ik weet dat sommigen de temperatuur meten even onder het wateroppervlak en anderen meten het op de bodem bij de stek.
BeantwoordenVerwijderenGroeten
Als het even kan meet ik de watertemp bij voorkeur op de diepte waarop ik mijn aas aanbiedt. Zijn er grote diepteverschillen, dan wil ik nog wel eens op diverse dieptes meten om te kijken of er mijns inziens belangrijke verschillen zijn
VerwijderenEindelijk tijd gehad om er eens rustig voor te gaan zitten. Ik moet wel zeggen dat ik een uur kort vind maar ieder zijn manier natuurlijk, maar als ik zie wat jij en je vismaten allemaal vangen moet het zeker succesvol zijn. Ik heb in ieder geval wat om over na te denken!
BeantwoordenVerwijderenGroeten, Sjoerd
Het 'uur' is natuurlijk een keuze die je maakt. Mijn ervaring is echter dat als er een vis ligt die bereid is te azen, deze binnen het uur je haakaas oppakt. Ik kom dan liever later op de dag nog even terug nadat ik tussendoor ergens anders heb gevist, dan de resterende, stille uren uitzitten voor die ene vis. Succes en hoor graag jouw ervaringen!
VerwijderenHeel mooi stuk Boudewijn.
BeantwoordenVerwijderenDank je Steven, succes deze winter als je gaat!
VerwijderenMooi artikel weer en precies op tijd voor de komende periode. Is die Zig it mix al te koop ergens?
BeantwoordenVerwijderenZig iT is zeker al te koop in de winkels en anders kunnen ze het bestellen en binnen 2 dagen in huis hebben. Echt gebruiken Stefan, niet alleen voor Ziggen, maar ook bij penvissen of onder het kantje vissen... phoe! ;)
Verwijderen