Dit artikel is gepubliceerd in Karper 101
Evalueer
jij jezelf als visser wel eens? Heb je plezier in wat je doet? Zijn de vangsten
goed? Of staan die tenminste naar jouw mening in verhouding met je geleverde inspanningen?
Of had het misschien beter gekund? Kijk je meer naar jezelf of naar anderen?
Misschien kan je nog wel beter observeren? Zien we ergens karper zwemmen,
rollen of springen bijvoorbeeld? Maar er valt nog zoveel meer te ontdekken!
Over het leefgebied van de karper, over zijn gedrag, maar ook over de
materialen die je gebruikt om ze te bevissen. Regelmatig ga ik er dan ook met
alleen mijn camera’s op uit om zowel onder als boven water te onderzoeken hoe
ik mijn benadering kan verbeteren.
Tezamen met de observaties boven water maak je een compleet plaatje |
Gedachtengangen
en aannames
Het
gedrag van de karper zorgt al vele decennia voor gespreksstof omdat nog veel
onbekend is. Veel aangehangen theorieën blijken in de praktijk echter niet te
kloppen. Dat komt deels voort uit een breed gedragen neiging van mensen om
dieren menselijke eigenschappen toe te dichten. Dat begint al in een vroeg
stadium met voorleesboekjes en tekenfilms die over vissen, mammoeten, paarden,
pinguïns, beren en leeuwen gaan bijvoorbeeld. We willen ons als mens nu eenmaal
graag kunnen identificeren en dingen begrijpelijk maken. Maar in de visserij is
niet alles te verklaren en je doet jezelf al helemaal tekort als je
algemeenheden voor elke situatie als waarheid aan gaat nemen. Er zijn zoveel
factoren die onze visserij beïnvloeden die elke keer weer een beroep doen op
onze ervaring, kennis en vindingrijkheid. Niet voor niets zijn het dezelfde
mensen die opvallend vaak de beste resultaten boeken. Behoren zij tot de
volgers? Waarschijnlijk niet, anders zouden zij niet keer op keer in staat zijn
om zich te onderscheiden.
![]() |
Ik beleef plezier aan dingen zelf uitzoeken |
Natuurlijk
beleeft iedereen vissen op zijn of haar manier, maar allemaal willen we vangen,
niet? En het liefst minimaal genoeg. Alleen met visspullen aan het water zitten
is niet waar we het voor doen, al maken we onszelf dat wel soms wijs. Niemand
wil alleen maar blanken. Een groot deel van de vissers is het er wel over eens
dat de praktijk lang niet altijd strookt met de theorie. Toch blijven zij blind
uitgaan van gedachtegangen en aannames uit een tijd waarin het heel anders
gesteld was met de kennis, omgeving en hengeldruk in de visserij.
Er is
natuurlijk helemaal niets verkeerd aan om ‘volger’ te zijn, maar persoonlijk
beleef ik er plezier aan om zelf dingen uit te zoeken, waardoor ik de karper, maar
ook de gebruikte materialen beter leer kennen en deze kennis kan vertalen naar
de aanpak die ik ga gebruiken. Hiermee verschaf ik mezelf ook een kleine
voorsprong op anderen die dit niet doen. Het vermogen tot het zo goed mogelijk
voorspellen van het gedrag van de karper speelt een belangrijk aandeel in het
te behalen succes. Ken je ‘tegenstander’. Vis- en observatie-uren maken dus!
Persoonlijk
ga ik liever uit van wat de praktijk mij uitwijst en in sommige gevallen zullen
dingen zelfs meerdere keren bevestigd moeten worden. Vissen is in mijn geval
voor een groot deel gevoel en ik vis een stuk prettiger in de wetenschap dat ik
zoveel mogelijk onzekerheden heb uitgesloten. Dit doe ik door in de praktijk
dingen uit te proberen, te observeren en concluderen. Als ik blank terwijl ik
naar mijn idee zoveel mogelijk onzekerheden heb weggenomen, dan kan ik daar
enige vrede mee hebben. Daarom spelen vooral (onderwater) observaties een
belangrijke rol in mijn aanpak en de materialen die ik gebruik. Niet alleen om
te zien of zich ergens vis ophoudt, hoe deze aast of reageert op mijn voer of
haakaas, maar zeker ook om te zien hoe de ingezette producten zich onder water
gedragen! En dan zie je op sommige wateren heel goed de gevolgen van
conditionering! Aangezien de praktijk nooit zo perfect is als de theorie of de
ons voorgeschotelde reclamefoto’s, valt hier door de visser zelf nog winst te
behalen. En dat vind ik wel zo prettig, want ik vang graag vis als ik met
hengels aan de waterkant ben.
Voorspellen van karpergedrag en lokalisering is de sleutel tot succes |
Met de
komst van het digitale tijdperk is er meer vergelijkingsmateriaal, kunnen we
tijd besparen en komen we makkelijk aan kennis, maar hebben we tegelijkertijd
ook te maken met veel meer indrukken en worden we heel langzaam, beetje bij
beetje, een bepaalde richting in gestuurd. We zijn volgers geworden in plaats
van initiators en uitvinders en daarmee ook wat gemakzuchtig. Trends en hypes
worden gecreëerd door bedrijven en dat lukt alleen maar als anderen volgen. Is
dat per definitie slecht? Nee. Maar wat wordt er gezegd over volgers? Die zijn
nooit de eersten!
Waar
in eerdere generaties gesproken werd over een willekeurige vis als zijnde de
prijs, lijkt het bij een groot deel van de huidige karpervissers te draaien om
gewicht(igheid). Niets mis mee, ieder zijn eigen motivatie. Samen met het sterk
toegenomen aantal vissers en social media werkt dat competitief gedrag in de
hand. En alles samen heeft weer meer hengeldruk en dus conditionering tot
gevolg. Dat zorgt weer voor vraag naar nieuwe, innovatieve producten om de
steeds maar ‘slimmer’ wordende karpers te kunnen blijven vangen. Zo is er door
de jaren heen een keur aan producten uitgekomen die onze lijnen en rigs onzichtbaar
zouden moeten maken. Beweringen vlogen en vliegen ons bij het aan de man
brengen om de oren, vaak gestaafd met foto’s van corpulente karpers. Maar wie
heeft deze producten na aankoop vervolgens zelf in de praktijk beoordeeld in
verschillende omstandigheden? Of gaan we blind af op wat de marketeers ons
vertellen? Nu zijn alle teksten, artikelen en filmpjes zeker een verrijking
voor onze visserij en vaak ook prima vermaak, maar het gevaar van het
herhaaldelijk lezen en zien van al deze informatie is dat we geneigd zijn om
niet meer verder te kijken en denken. Alles is theoretisch logisch
voorgeschoteld. Als elk merk een gelijksoortig product heeft en iedereen het
gebruikt, dan zal het wel goed werken toch? En als die en die visser op dat en
dat systeem vangen, dan zal het ook altijd wel goed zijn, niet? Toch? Een vorm
van conditionering dus en dat zorgt maar al te vaak voor tunnelvisie.
De te
behalen winst zit hem vooral in de toepassing van een combinatie van meerdere
kleinere dingen. Die aanpassingen en dingen ontdek je alleen door je kennis te
vergroten en de materialen zelf in de praktijk te gebruiken, om te weten te
komen of ze doen waarvoor ze ontwikkeld zijn. Materialen worden door de diverse
merken natuurlijk met een idee of om een reden ontwikkeld of in het pakket
opgenomen. Zo zijn er bijvoorbeeld vele lijnen op de markt te verkrijgen die
allemaal zijn gemaakt voor een bepaald doeleinde. De ene moet bijvoorbeeld
slijtvast zijn of juist sterk, snel afzinken of juist wat minder snel. Zet je
het materiaal in waarvoor het ontwikkeld is, dan is er al winst behaald! Naast
het inzetten van het juiste materiaal in de omstandigheden die daarom vragen.
De
ogen vertroebeld
Kijkend
naar ons eigen land is met de toename van het aantal mensen en de daarmee
gepaard gaande verstedelijking, de leefomgeving van kapers aanzienlijk
veranderd. Zo ook dus de omgeving waar hun belagers actief zijn. En juist alles
wat er op, om of in een water gebeurt, heeft invloed op het gedrag van het
waterleven. Zo zal op het ene water een karper de mens met gevaar associëren en
op het andere water juist niet. Dat gaat zelfs op voor afzonderlijke delen van
een water. Denk maar aan bijvoorbeeld een eenden-voer-hoek, een haven of het
openluchtzwembad waar nooit gevist mag worden. Daar zwemmen en eten de karpers
ogenschijnlijk zonder terughoudendheid, waar dat buiten die gebieden wel anders
is!
Strakke lijnen zijn op druk bevist water geen optie |
Bij
aankoop van lijn en end tackle houden we sterk rekening met het
gezichtsvermogen van de karper. Alles behalve ons aas moet bij voorkeur niet
opgemerkt worden. Hier spelen de merken handig op in door hun producten in
diverse kleuren aan te bieden die onder water niet zouden moeten opvallen. Een
zandkleurtje voor zandbodem, een donker grijs/bruin kleurtje voor een
modderbodem, enz. Visueel hebben karpers het lang niet altijd makkelijk. Onder
water wordt licht meer verstrooid, waardoor een karper minder scherp zal zien,
zeker naarmate de afstand of diepte toeneemt. Dit nadelige effect zal alleen
maar sterker worden als er sediment of algen in het water zweven. Met zijn
gebolde ogen kan een karper recht boven of voor zich het gedetailleerdst zien.
Hoe verder van dit centrum af, hoe minder scherp zijn beeld zal worden. Kijkt
een karper naar boven door het wateroppervlak heen, dan zal naarmate de hoek
groter wordt ten opzichte van het wateroppervlak, de reflectie van het
wateroppervlak steeds meer het doorzicht van de karper belemmeren. Staat er ook
nog eens een kabbel op het water, dan wordt het nog lastiger.
Kleuren boven water bleken onder water plots heel anders te zijn |
Op de
wateren waar ik vele jaren heb gevist, is een duidelijk patroon naar voren
gekomen omtrent gedrag langs de waterkant. Met het toegenomen fiets-, auto- en
wandelverkeer langs het water, is er een duidelijk verandering opgetreden. Waar
je tot een jaar of tien nog weg kwam met behoedzaam gedrag en nog beter, de
rustige plekken van het water opzoeken, zal je nu in de meeste gevallen van een
koude kermis thuis komen. De vissen hebben geleerd dat fietsers en langslopende
mensen geen gevaar vormen en ze dus rustig hun ding kunnen blijven doen. Maar stopt
er iemand om wat voor reden dan ook, dan zakken de vissen langzaam naar dieper
water en zwemmen weg. Natuurlijk ben ik vaak blijven staan om te kijken of de
vissen terugkeerden. Vaak kwam dan na een tijdje een vis of soms twee of drie
uit het groepje aanzwemmen, maar zodra ze mij opmerkten werd er rechtsomkeer
gemaakt om niet meer terug te komen. Dit gedrag heb ik intussen op meerdere
wateren geconstateerd. Stilstaande mensen of silhouetten brengen ze dus in
verband met een gevaarlijke situatie. De kleur van mijn kleding maakte helemaal
niets uit want ik ging op in de omgeving. Dat bewijs werd voor mij definitief
geleverd toen ik jaren terug bewust met een wit T-shirt aan ging oppervlaktevissen.
Ik voerde een flink aantal broodkorsten in verschillend formaat. Zolang ik niet
bleef stilstaan, maar op vijf meter van het water rustig heen en weer liep over
een afstand van zo’n vijftig meter, werd er zo nu en dan een korst gepakt.
Bleef ik stilstaan, dan zakten de vissen naar dieper water tot ik verdwenen
was. Liep ik weg om vervolgens weer rustig heen en weer te lopen, dan kwamen ze
na verloop van tijd weer naar de oppervlakte. Ik monteerde een korst op mijn
haak en wierp in. De hengel kwam helemaal op de kant te liggen zodat de top
niet over het water stak en ik bleef opzichtig heen en weer lopen in mijn witte
T-shirt. Werd de korst gepakt, dan sprintte ik naar de hengel. Zo wist ik die
middag in drie uurtjes twee vissen op de korst te vangen, wat een zeer goed
resultaat was in die tijd. Andere wateren volgden. Nu begreep ik ook meteen
waarom de ongedurigere karpervissers toch soms een vis vingen. Zij liepen
jagend achter de hoog zwemmende vissen aan!
Jarenlang
heb ik ook ’s nachts langs vele wateren gelopen om de karpers aan de
oppervlakte te bevissen. Nu was de situatie weer heel anders dan overdag. Er
liepen en reden in de nachtelijke uren een stuk minder mensen langs het water
en daar leefden de karpers dan ook naar. Om hoogzwemmende karpers te vinden,
maakten mijn vismaten en ik gebruik van het licht van lantaarnpalen en ander
kunstlicht, maar vooral ook van een Maglite, een zaklamp met zeer krachtige
bundel, waarmee we rond bruggen en langs de oevers in het water schenen. Het
was hierbij van belang dat we de lichtbundel rustig over het water lieten
glijden bij onze zoektochten. Ontdekten we een vis in het licht, dan was het
een kwestie van eventueel wat voeren en vissen. De vissen zagen dit licht
kennelijk niet als gevaar omdat het wat hen betreft waarschijnlijk niets anders
was dan ze gewend waren met het kunstlicht uit de omgeving en de langsrijdende
auto’s met ontstoken koplampen. In een donker polderlandschap wisten de vissen
niet hoe snel ze weg moesten komen…
![]() |
Resultaat van een experiment met wit T-shirt |
En
onze lijnen dan? Op het moment dat ik via een advertentie van het bestaan van
fluorocarbon op de hoogte werd gebracht, schafte ik me een klos aan en toog
naar de waterkant. Snel zinkend, sterk en onzichtbaar voor de vis, werd me
beloofd in de tekst. Was me dat even een tegenvaller! Ik zag onder water de
lijn gewoon lopen! Nu bleek ik na wat onderzoeken geen 100% fluorocarbon lijn
gekocht te hebben, maar een nylonlijn met een fluorocarbon coating erop. De
lijn werd door deze coating snel zinkend en onzichtbaar. Dat laatste dus niet.
Wat later sprak ik de hengelsportwinkelier hierover en die drukte me een restje
opgespoelde 100% fluorocarbon lijn in mijn handen. ‘Gebruik dit maar even voor
je onderzoekje, maar dit is een heel stuk duurder’. De uitkomst was niet veel
anders. De kleur van de lijn was in beide gevallen, in diverse wateren, helder
en licht troebel, paarsvioletkleurig. De 100% fluorocarbon lijn was alleen in
die gevallen nauwelijks te zien waar de lijn op, of slechts een heel klein
stukje boven de bodem lag en je dan ook nog min of meer recht van boven op de
lijn keek. En al na korte tijd werd ook die ‘onzichtbaarheid’ teniet gedaan
door de zwevende deeltjes in het water die zich aan de lijn hechtten. Waarom
zou je dan wel fluorocarbon lijnen gebruiken? Er zijn situaties die vragen om
een lijn die de positieve eigenschappen bezit van een lijn als deze. Fluorocarbon
is zwaarder en slijtvaster dan nylon en bevat iets minder rek. De trekkracht is
lager dan die van nylon, maar nog altijd ruimschoots sterk genoeg om een dikke
vis te kunnen landen. En heel soms heb je een stuk hele schone bodem waar je
zeker van weet dat je lijn netjes op de bodem ligt. Zorg dan wel dat je lijn
helemaal recht is en niet kringelt. In dat laatste geval worden de
‘onzichtbare’ eigenschappen dus tenietgedaan. Fluorocarbon kinkt en kringelt doorgaans
heel snel en is minder soepel dan nylon, wat de werpeigenschappen niet ten
goede komt. Maar wie werpt er tegenwoordig nog in?!
Van links naar rechts (alles 40/00) 100% fluorocarbon, nylon en hybrid lijn |
Lijnen
zijn en blijven dus zichtbaar onder water en karpers zullen deze kunnen zien
als het water helder genoeg is en er genoeg licht in het water valt. Als visser
willen we eigenlijk een lijn die geschikt is voor alle situaties en
omstandigheden waarin we vissen. Dat scheelt spoelen wisselen en in de
portemonnee. Helaas bestaat die lijn niet. Je zult dus moeten kijken naar de
omstandigheden waarmee je te maken hebt en daar je lijnkeuze op moeten baseren.
Groeien er waterplanten? Hoe ver ga je uit de kant vissen? Zijn er obstakels?
Hoe is het bodemverloop? Aan de hand van deze factoren kies je je materiaal.
Toch?
Een
nylon lijn is de beste allround lijnsoort. Deze monofilament lijnen zijn
redelijk slijtvast, soepel, bevatten aardig wat rek, waardoor er niet te snel
teveel kracht op de haak komt te staan en bezitten een zeer acceptabele trekkracht.
Braids
of gevlochten hoofdlijnen zijn ontwikkeld voor het vissen in omstandigheden
waarbij je geen rek in je lijn wenst te hebben. Zeer bruikbaar dus voor het
vissen op lange afstanden. Tevens is deze lijnsoort goed in te zetten bij het
vissen in de buurt van leliebedden omdat deze door de leliestengels heen
snijdt. Maar zijn er scherpe obstakels in de buurt, dan valt deze optie
eigenlijk al af! Braids zijn samengesteld uit diverse strengen dunnere vezels.
Bestaat een braid uit bijvoorbeeld vier strengen en er breekt er één omdat de
lijn schuurt over een steen, dan is er nog maar 75% van de trekkracht over.
Braids zijn NIET slijtvast! Dan speelt net als bij alle soorten lijnen
natuurlijk ook nog de kwaliteit van het materiaal een rol. Braids zijn er in
verschillende soorten. Er zijn er die langzaam zinkend zijn, noem het zwevend,
die wat sneller afzinken en die snel afzinken. Als braids niet doordrenkt zijn
met water, zit er lucht tussen de vezels en strengen waardoor de lijn blijft
drijven of in het water gaat stijgen. Dat kan dus ook gebeuren als er veel
zuurstof in het water zit. Omdat deze lijnen geen rek bevatten en er daardoor
veel kracht op de haak komt te staan tijdens de dril, is het raadzaam om een
leader te gebruiken van rekbaar materiaal. Een stuk fluorocarbon, nylon of het
rekbare Snag Attack van Rigsolutions is hiervoor geschikt.
In theorie volgen de lijn en leader de contouren van de bodem... In dit geval maakte ik met de chod nog een kans |
Nu heb
je de lijn opgespoeld die geschikt is voor de situatie waarin je vist en werpt
deze in of vaart deze uit. Vervolgens kan je je lijn strak, half slap of
compleet slap vissen. Aangezien lijnen het beste te zien zijn wanneer deze door
de verschillende waterlagen lopen, blijft de bodem eigenlijk als enige
camouflerende optie over. Steeds meer mensen zijn met slappe lijnen gaan vissen,
al zal het in de praktijk vaker semi-slap zijn. Niet alle situaties vragen ook
om volledig slappe lijnen. Dit heeft eigenlijk alleen zin als je op relatief
korte afstand vist. Wat heeft het immers voor zin om met slappe lijnen te
vissen als de bodem waar je je rig hebt gedropt schoon is (want dat heb je
uitgezocht toch?), maar de weg die je lijn van je hengel naar je rig aflegt
niet? In de praktijk hebben we namelijk te maken met waterplanten, taluds,
stenen en andersoortig afval op de bodem. En daar houden velen bij de
uiteenzetting van hun theoretische aanpak geen rekening mee! Er ontstaat dus
een situatie waarin je rig schoon ligt, maar vervolgens de leader en lijn strak
of semi- slap naar de bovenkant van de planten, de steen of het talud loopt. Zo
kan het zomaar zijn dat je lijn een halve meter of meer boven de bodem loopt en
dus zichtbaar is! Het gewicht van de lijn of leader zal de lijn nooit netjes
over de bodem kunnen krijgen tot aan het plantenbed of het talud. Hoeveel lijn
je dan ook geeft vanaf de kant om deze te laten afzinken, het belangrijkste
stuk lijn zal strak of semi-slap blijven staan! En hoe meer lijn er slap ligt,
hoe gebrekkiger de beetindicatie. Het plaatsen van ‘sinkers’ of een toploodje
zal je niet helpen in dit geval, in tegendeel. Het gewicht van het loodje zorgt
ervoor dat de lijn, die eerst slap over de bodem en diverse planten en stenen
liep, nu wat meer strak getrokken wordt. Op grote afstanden zou ik dan ook niet
snel toplood inzetten, maar kiezen voor een goed afzinkende, semi-slappe lijn.
En
bedenk dat als je voor gevlochten lijn hebt gekozen als hoofdlijn, dat deze
iets zal gaan zweven als je met slappe lijnen vist!
Eye
opener
Hoe
relaxt zullen de karpers zijn die taluds of randen gebruiken voor hun navigatie
en deze randen zijn behangen met strakke lijnen die vanaf de rand schuin naar
beneden lopen? Natuurlijk weten we dat dergelijke randen, plantenbedden en
andere obstakels aanwezig zijn. Toch? Misschien kan je wel de aanvisrichting
veranderen? Bestaat alleen wel de kans dat je misschien niet op dat mooie
grasveldje kan zitten. Je kan natuurlijk ook de weg van je hengeltop tot aan je
rig helemaal schoon maken.
Toch
kan een verticaal lopende lijn, via een boei aan de oppervlakte bijvoorbeeld,
al een verschil maken. De ‘horizontale’ lijn die de vissen op scherp zet is dan
verdwenen en een nieuwe situatie is ontstaan die ze nog niet met gevaar
associëren. Inspelen op de heersende conditionering.
Steil aflopende taluds maken het camoufleren van je lijn moeilijker |
Strakke
lijnen zijn zeker op druk bevist water geen optie. Als het waait gaat de lijn
‘zingen’ en dat is onder water hoorbaar, maar daarover in deel 2 meer. Een paar
jaar geleden observeerde ik met een vismaat een tijd lang een school karpers op
een helder, zeer zwaar bevist water. Telkens volgden zij dezelfde route om een
versmalling van het water in te zwemmen waar wij een plek al dagen van voer
voorzagen. Nagenoeg nooit werd er van deze route afgeweken en wat voer buiten
deze route werd slechts sporadisch door dezelfde twee vissen opgepakt. Dat
waren duidelijk de twee ‘pilotvissen’ uit de school. De rest waagde zich er
niet aan. Drie meter maakte al verschil! Handenwrijvend zagen we keer op keer
onze targetvissen van ons voer eten, waarbij de verschillende karakters van de
vissen naar voren kwamen. Daar konden we ons voordeel mee doen! De dag
voorafgaand aan de geplande visdag, streken er twee andere vissers neer op zo’n
tachtig meter voor de versmalling. De man en vrouw visten met strakke lijnen
naar de overkant. Zoals intussen gewoon, zagen we de school rond het middaguur
onze kant op komen. Toen de vissen de lijnen naderden, veranderde hun gedrag
terstond. Goed te zien was hoe de vissen elkaar beïnvloedden. Een enkeling
keerde om en verliet de school. De rest week af van hun vaste route en kwam een
stuk behoedzamer dan de vorige keren de versmalling inzwemmen. Hun gedrag was
duidelijk gestresst want ze schrokken al van een langszwemmende fuut en wat
harde geluiden van een bouwplaats vlakbij. Alleen de twee pilotvissen namen een
paar happen van ons voer en hun verblijf was van korte duur. Het was de laatste
keer dat we de school bijna compleet hebben gezien. De twee volgende dagen zijn
alleen de twee ‘makkelijke’ vissen een paar happen komen nemen. Onze kansen
waren verkeken. Dat was wel een eye opener!
Dankzij de juiste materiaalkeuze uit een opening in een groot plantenbed geplukt |
Als vissers creëren wij situaties die karpers met gevaar associëren. Zij gaan zich daar naar gedragen, maar conditionering kan dus ook in ons voordeel werken als je zelf maar naar openingen wilt zoeken. Winst valt te behalen door het toepassen van een combinatie van meerdere kleinere dingen weet je nog? Die dingen ontdek je door naar jezelf als visser te kijken en door je kennis van zoveel mogelijk factoren te vergroten waar je mee te maken hebt in je visserij. Zo kan je de invloed van de heersende, negatieve conditionering verkleinen, wat je vangsten ten goede zal komen. In het volgende deel onder andere meer over de consequenties van geluid en trillingen, de winter en foerageergedrag van karpers.
Ga naar deel 2
Goed artikel Boud ik ben benieuwd naar het volgende deel.
BeantwoordenVerwijderenHet 2e deel is al gepubliceerd in Karper 102 Tom ;) Dank voor je reactie.
VerwijderenZo kost je me heel wat tijd, met de film en dit artikel. Maar het is meer dan de moeite waard. Mooi stuk om weer eens een beetje aan zelf reflectie te doen en te bedenken wat ik volg en welke innovatie ik 'pleeg'. Bedankt voor het éénduidige 'antwoord', hahahaha ;-)
BeantwoordenVerwijderenIs inderdaad een lange film en een flinke lap tekst Fer, maar ben blij te horen dat je het de moeite waard vond. Laat je hersenen maar werken!
VerwijderenWat kan ik genieten van deze tekst. Je begin is denk ik duidelijk de keuze die iedereen maakt. Wel/niet onderzoeken en welke investering wil je maken. Ik zie mijzelf niet als pionier maar weet gelukkig wel open te staan voor onderzoek en een eigen inzicht. Als ik jouw tekst lees gaan er gelijk wat alarmbellen trillen... nu uit met de rust en weer onderzoeken. Ik denk dat de aannames van mensen vaak de grote valkuil zijn. Net die 3 meter verschil... "je moet het maar weten"... Jullie kwamen er achter door de aanname hierbij uit te sluiten. Mijn ervaring bij het vergaren van kennis ligt vaker bij een korte inspanning dan bij jarenlange ervaring. Gewoon dingen proberen en er over na te denken levert vaak veel resultaten op. Op momenten dat het erg druk is (nu dus) in het leven merk ik dat de inventiviteit ver te zoeken is. De opgedane kennis van het onderzoekende verleden komt daarbij vaak goed van pas maar is merkbaar ook een geweldige valkuil. Zoals je schrijft kunnen situaties vaak door externe factoren snel veranderen. Een vis is immers een dier en daardoor altijd op zijn hoede in zijn overleving. Zo is het verschil in omgeving prachtig te zien in gedrag. Andries maakte mij daarop eens zo duidelijk attent. Eenden... in de stedelijke omgeving sprinten ze naar je toe in de hoop op voedsel. In de polders weten ze niet hoe snel ze weg moeten vliegen als ze je zien. Het witte t-shirt 😊 ... op naar deel 2
BeantwoordenVerwijderenJe reactie zo lezend heb je begrepen waar ik naar toe wilde Michael :) Vele korte inspanningen en soms even een stap terug doen en je eigen waarnemingen door de jaren heen op een rijtje zetten helpt al vaak. Ik kwam er zo meermaals achter dat ik dingen die goed werkten om onverklaarbare wijze niet meer toepaste... of juist toch weer die foute keuze maakte. Vissen kan zo snel in een routine vervallen die je overal toepast.
VerwijderenJij dacht ik gooi er eens wat kennis tegenaan! Ik ben weer op scherp gezet Boudewijn dank je wel.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Tim
P.s. nu je nieuwe film kijken!
Dank je Tim, deel 2 gaat meer over de waarnemingen. Veel plezier bij het kijken van de film.
VerwijderenFijn stuk leesvoer Bou...
BeantwoordenVerwijderenAl pakt elk jaar weer anders uit... Daarom is karpervissen ook zo leuk. Al die factoren om rekening mee te houden en dan alsnog kunnen toeslaan. Het euforische gevoel! Dat is de drive!
Thanks Dres. Zelf blijven nadenken en blijven aanpassen, elk jaar en elk water is weer anders. Zonder drive geen vissen!
Verwijderen