4 juni 2016

Verrassende sloten

Dit artikel is gepubliceerd in Dé Karperwereld nr. 107

‘Verboden te betreden’ staat er te lezen op het bordje dat aan het hek bevestigd is. Eronder hangen twee bordjes met afbeeldingen van een herdershond en een beveiligingsbedrijf. Het zijn deze bordjes in combinatie met het hek en prikkeldraad en vooral de honden die er rondliepen die me jaren lang deden besluiten het terrein niet te betreden. Nu, vele jaren later, ziet het er allemaal wat meer vervallen uit en heb ik al twee maal geen teken van de herdershonden kunnen ontdekken.

Dit keer ben ik vastbesloten door te zetten, dat is als er geen waakhonden rondlopen, zoals de bordjes nog altijd moeten doen geloven. Ik rammel aan het hek en de ketting met hangslot. Geen geblaf en er komt ook niets aanrennen. Nogmaals en nu roep ik er ook wat bij. Twee lange minuten van ingespannen luisteren en nog steeds geen reactie. Opgetogenheid wordt vooralsnog onderdrukt door wantrouwen. Ik taxeer mijn kansen over het hek. Geen optie gezien de scherpe punten en het rijkelijk aangebrachte prikkeldraad. Eromheen dus, langs het boven het water uitstekende stuk hek. Ook hier vervaarlijk uitziende punten, maar slechts twee draden prikkeldraad.


Een winkelhaak in mijn trui is de enige opgelopen schade. Nog altijd geen beveiliger of grommende, tanden ontblotende, schuimbekkende  honden. Een twintigtal meters verder glinstert het water tussen de bomen en struiken door. Na al die jaren is het eindelijk zover.
Het water blijkt vrij helder en delen zijn dichtgegroeid met hoornblad. De oevers zijn verwilderd en de overhangende struiken en bomen en afgekalfde kanten geven de sloot een intiem karakter. Toch ben ik enigszins teleurgesteld over de breedte van de sloot, die had ik me groter voorgesteld. Er aast een zeelt op een afgezakt stuk kant, een schooltje ruisvoorns zwemt aan de oppervlakte. De denkbeeldige geur van karper dringt mijn neus binnen. Zouden ze hier ook daadwerkelijk zitten? Toch nog ietwat ongemakkelijk volg ik de sloot en werp, waar mogelijk, een blik tussen de struiken en bomen door in het water. Ik loop door tot het stuk waar de begroeiing eindigt en de sloot via een duiker in verbinding staat met het grote water. Een raster voor de duiker zorgt ervoor dat er niets groots in of uit kan zwemmen. De rest van de aftakkingen lopen door braakliggend terrein en dus teveel in het zicht. In de verte rijden vrachtwagens en bulldozers rond. Nu vallen me ook de bewakingscamera’s op. Zouden die ook hier staan? Dat zal ik dan wel snel genoeg merken!


Op de weg terug spot ik drie mooie, zonnende karpers aan de oppervlakte in de planten. Eén ervan is een ware gigant. Een spiegelkarper met een klein rijtje schubben achter zijn kieuwdeksel. Hoe kan die hier in dit ondiepe water overleven?! Ik sta erbij en tril erbij. El Grande…

Dankzij El Grande heeft de sloot me gegrepen. En toch is het niet alleen die vis die ik voor het gemak maar even een naam heb gegeven; er was meer. Ik voelde betrokkenheid en een zekere spanning, vergelijkbaar met pen- en oppervlaktevissen. Er zijn naast deze nog genoeg andere, meer voor de hand liggende slotenstelsels te vinden. Misschien moet ik die eens met een ander oog gaan bekijken?

Op een mooie najaarsdag besluit ik met de fiets de metro te pakken en wat uren te wijden aan verkenningswerk. De fiets levert vele voordelen op ten opzichte van de auto omdat je dan grotere delen van slotenstelsels kunt zien. Die dag maak ik driftig aantekeningen van potentiele stekken en tactieken. Stilaan begin ik steeds enthousiaster te worden over deze kleine, waarschijnlijk vergeten watertjes. Het voordeel van dergelijke stelsels is dat deze eigenlijk nooit dieper zijn dan een meter of twee, sterker, veelal slechts een halve meter en dat houdt in dat vissen snel geconfronteerd worden met je aas. Daarnaast zijn er talloze kruisingen, bruggetjes, rietkragen, overhangende bomen en zo meer om strategisch te kunnen vissen. En als vissen als El Grande in een onooglijk slootje huizen, waarom zouden er dan niet meer zijn?!


Het is begin november als ik uiteindelijk vlucht voor de toegeslagen voermanie op de grotere wateren. De wijze waarop vissers hun ‘eigen stekken’ met hand en tand verdedigen is iets waar ik niets mee te maken wil hebben. Roddel, laster en agressie voeren de boventoon, respect is ver te zoeken en dat allemaal om een vis te vangen. Een mooi moment om mijn slootjesvisserij te starten. Als eerste gaan mijn gedachten logischerwijs uit naar ‘El Grande’. Omdat ik geen flauw idee heb van waar de vissen zich in het betreffende stelsel ophouden, kies ik voor een actieve, instant aanpak met twee afstandhengels. Een methode die sowieso al mijn voorkeur geniet in de winter. Zo kan ik in vijf uur tijd drie à vier stukken sloot afvissen. Gebeurt er een uur niets, dan verkas ik.

De eerste twee pogingen leveren niets op. Toch laat ik telkens een paar boilies op de gekozen stekken achter als ik verkas, je weet immers nooit en een beetje voedselherkenning kan nooit kwaad. Vang ik in een bepaald slootdeel tweemaal niets, dan schuif ik een stuk op, net zolang tot ik een productieve plek heb gevonden.

En dit leeft in een prutsloot?!
Bij de derde poging wordt mijn optuigtempo gekenmerkt door onrust en haast. Ik begin feeling met het water te krijgen en de omstandigheden zijn veelbelovend. Ik monteer het korte, soepele onderlijntje aan de leader en zet een boilie op de hair. Het aas is opvallend wit, makkelijk verteerbaar en super attractief. Zachtjes laat ik de rig op de bedoelde plek in het water zakken en loop de zeven stappen terug naar de hengelsteuntjes. Op het moment dat ik de hanger in de lijn wil hangen loopt de lijn strak. Nu al! Een logge weerstand en een verrassend lange dril. Als ik de vis op zijn flank naar het net toe trek, sta ik al te jubelen. Wat een mooie! En dit formaat leeft in zo’n prutsloot! Wat later liggen beide hengels in. Al snel volgt een tweede aanbeet. Ditmaal een kleinere schub, van het formaat dat je eerder in een sloot als deze zou verwachten. En dan gebeurt het. Juist als ik de vis op de mat fotografeer krijg ik een paar piepen op de hengel die nog inligt. Daar waar ik mijn rig met een onderhands worpje had gedeponeerd, is een deining en een brede kolk te zien. Snel zet ik de vis terug en pak de hengel op. Traag en log ploegt het gevaarte voor de overkant langs, meters door de sloot. Slechts deiningen en kolkende modderwolken zijn er te zien. Als de vis het eindelijk opgeeft schrik ik. Groot, dik, spiegel, kieuwdeksel met het rijtje schubben. El Grande! Wat een beest! Eerst de grote schub en nu deze spiegel. Wat huist hier nog meer?! In twee volgende sessies weet ik evenzoveel vissen te vangen, beide zeer klein, daarna vriest het water dicht.
Groot, dik, spiegel, rijtje schubben kieuwdeksel, El Grande!
Als het ijs verdwenen is, kies ik voor een ander slotenstelsel, benieuwd of er meer verrassingen op me liggen te wachten.
Elke serieuze karpervisser zal spugen op de sloten die ik nu op het oog heb, zo ook ik jaren lang. Toch hebben de vangsten van de grote schub en El Grande mijn ogen geopend. In onooglijke watertjes kunnen verrassend grote vissen huizen. Echt ‘carpy’ en veelbelovend zien de sloten er niet uit met overwegend nog geen halve meter diep en zes meter breed. Maar wie weet? De ontdekkingstocht is leuk en ik ben niet op ‘berenjacht’.
Mijn eerste poging waag ik in een van origine oude poldersloot die bij de vormgeving van de wijk aangesloten werd op de nieuw gegraven watergangen. Zo is er een immens slotenstelsel ontstaan met ontzettend veel bruggetjes en kruisingen. De vele wilgen, sierstruiken en aangelegde lelieveldjes geven de wijk een gezellig, bijna intieme sfeer. Het watersysteem schreeuwt penvissen, maar ik kies voor twee afstandstokken om zo effectiever en minder inspannend te kunnen vissen. De uitdaging ligt hem hier in het feit dat de vissen, net als op kanalen, zomaar kilometers verderop kunnen zitten! Trial and error dus.

Hengels verspreid en rigs op veelbelovende plekken
Eén rig plaats ik tegen een brede in het water hangende tak, de ander voor een rietkraag die tot een dikke meter uit de kant groeit. De enige twee ogenschijnlijk interessante plekken op ruim tweehonderd meter sloot. Een uur gaat voorbij, maar als ze in dit slootdeel overwinteren zouden ze toch op de gekozen plekken moeten liggen? Ik geef het een half uur extra. Tevergeefs. Met iets minder vertrouwen neem ik in een ander slootdeel plaats. Hier grenzen tuinen en huizen direct aan het water. Nergens is enige vorm van begroeiing in of over het water te bekennen, toch wil ik het hier een serieuze kans geven. Ik kan hoogstens een uurtje blanken nietwaar? Er zijn twintig minuten verstreken als de rechter hengel tot leven komt. Een schubje van een halve meter, gevangen op slechts dertig centimeter water. Dat het geen toevalstreffer is, blijkt uit de twee vissen die al snel volgen. Ook in dit deel laat ik wat bollen voor de volgende keer achter.

Zoeken naar tekenen van karper
Op het derde stuk sloot van de dag zet ik dan ook mijn spullen weer met meer vertrouwen neer. Ook hier is het een kale bedoening. Een bruggetje dat naar mijn mening te hoog boven het water loopt om interessant te zijn is de enige zichtbare, aantrekkelijke plek. Eronder staat veertig centimeter water. Even later komt er een hond enthousiast aanrennen en beukt een van mijn hengels uit de steunen. Het zal de voorbode zijn van vele herhalingen. Een kort gesprek met de hondenuitlater leert me dat hij in de buurt nog nooit iemand op karper heeft zien vissen, enkel wat kinderen die soms een voorntje of baarsje proberen te vangen. Een bevestiging van mijn vermoedens dat geen karpervisser naar dit soort wateren omkijkt. Een uur later is het tijd om op te ruimen.

Zo vis ik gedurende de winter door het hele waterstelsel vele sloten af en naarmate ik de watergangen beter leer kennen nemen de vangsten alleen maar toe. Er zitten nauwelijks meer sessies bij waarin ik niets vang en elke keer pak ik minimaal één nieuw deel om te bevissen. Zo vang ik die winter diverse twintigers en een enkele dertiger in slootjes van vier tot zes meter breed!
Aan het begin van het voorjaar verkas ik naar een nieuw stelsel. Mijn aanpak blijft het zelfde, de verwondering over wat er rondzwemt blijft.

Wat zwemt er rond?
Begin mei keer ik terug naar El Grande’s thuishaven om mijn ‘slotenproject’ af te sluiten en de grotere wateren weer op te zoeken. De stijgende watertemperatuur en het toegenomen leven in het water doen me voor een ander stuk kiezen dan ik van de winter heb bevist. En warempel, ik vang El Grande terug, zo’n twee kilometer en twee duikers verwijderd van de plek waar ik hem eerder ving. 

El Grande in volle glorie
Het vissen in deze smalle watertjes vereist een andere instelling dan velen van ons gewend zijn, maar ze bieden nog genoeg ruimte om nieuwe dingen te ontdekken. Dat juist veel van de meest interessante slotensystemen in en rond woonwijken liggen maakt je ook tot een eenvoudig doelwit. Priemende, wantrouwende, geïnteresseerde of juist observerende ogen houden je vanuit huizen in de gaten. Sommige bewoners vinden het machtig dat je daar als prof – een karperuitrusting ziet er al gauw indrukwekkend uit – in een slootje bij hun voor de deur uitpakt. Een ander is je liever kwijt dan rijk omdat hij of zij juist daar waar je zit een sierbloemperkje bijhoudt. Het is me ook meermaals overkomen dat de stek waar ik had gevangen daarna vaak ingenomen was door een groep kinderen of een observerende karpervisser die toevallig in de buurt zijn hond uitliet of was geïnformeerd door een bekende die mij had zien vangen. Toch bereik je het meeste als je je flexibel opstelt. Je dringt immers de directe leefomgeving van anderen binnen. Juist doordat het water ondiep en smal is zal je behoorlijk veel kunnen opmerken als je je ogen goed de kost geeft. Stofwolken, aasbellen, een deining of zelfs een silhouet of wapperende staart, de visserij is wat mij betreft eigenlijk heel goed te vergelijken met het penvissen. Je krijgt heel veel van het voorspel mee. Enkel de aanbeet is anders. En omdat elektronische beetverklikkers de aanbeet doorgeven in plaats van een dobber, heb je de mogelijkheid met twee hengels te vissen; een extra kans dus en een mogelijkheid om een stuk sloot sneller en strategischer af te vissen en dus te leren kennen. Het kiezen van verschillende momenten op de dag levert ook waardevolle informatie op. Zo ving ik in het ene deel vooral overdag en was het elders weer juist in de donkere uurtjes.


Soms moet er iets in je leven gebeuren om de stap naar verandering te maken. Dat geldt ook in het vissen. De slootjesvisserij, waarvan ik nooit had gedacht dat ik die zou beoefenen, bracht me juist door de kleinschaligheid veel plezier en onverwachte momenten. Een geweldig leuke visserij om niet alleen de winter, maar ook de zomer door te komen.


22 opmerkingen:

  1. Mooi artikel weer Boud!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat moet een openbaring zijn geweest Boudewijn. Wat een vissen kerel! Blijf je daar nu vissen of toch weer groot water?
    Gr. Roderick

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Was het op zich wel ja, een openbaring. Maar ook heel veel klein spul hoor, dus als je daar ook genoegen mee wilt nemen kan je leuk vissen. Nu weer naar groot water. Ligt toch mijn hart. Het onbekende, minder zekerheid enzo.

      Verwijderen
  3. Hij is er weer hoor! Wat een geweldige vissen heb je weer gevangen man. Zou je ze zo ook in kleinere kanalen kunnen vangen? Ik denk er over om dat eens te proberen bij mij in de buurt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat je ziet zijn de ultieme krenten uit de pap hoor Stein, maar gaaf is het zeker. Je kunt ze vast in de kleinere kanalen vangen, gewoon proberen!

      Verwijderen
  4. Lekker artikel Boudewijn, kijk je wel uit dat niet juist deze watertjes teveel in de belangstelling komen te staan ;-)
    Die spiegel, bijna vierkant, wat een vis, mooi rijtje schubben ook, die foto met winterkleuren is prachtig!

    gr. Andries

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je Andries. Die spiegel was 's winters zeker mooi van kleur, echt een karakter dat beest!

      Verwijderen
  5. Dikke vissen zeg! Die zwemmen bij mij niet rond in sloten hoor.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Misschien wel hoor, maar vaak ook niet. Ben ook meer sloten tegen gekomen met enkel kleine vis, maar ook dat is leuk toch? En als je dan tegen die ene vis aanloopt waarvan je denkt 'hoe is dit mogelijk hier..?' Gaaf toch? Gewoon proberen als je interesse is gewekt!

      Verwijderen
  6. Recent naar Lisboa geweest en op Schiphol Dé karperwereld gekocht en met plezier in het vliegtuig jou stuk gelezen. Boeiend, als altijd!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Moet je eerlijk bekennen dat ik nog wel eens badend van het zweet, wakker word. Ik krijg die spiegel niet uit m'n hoofd! Die kopschubbetjes doen het em!
    Mijn favo type! Anyway, ik had het artikel al gelezen. Mooi. Er zwemt nog nog van alles in die 'vergeten' watertjes.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Jep, laat ze maar lekker wegblijven! Wie zoekt zal verrassingen tegenkomen en dat onverwachte maakt het allemaal mede zo leuk.

      Verwijderen
  8. Hallo Boudewijn,
    volgens mij heb ik uw zien zitten bij mij in de buurt in Gouda klopt dat? Messchien kunnen we een keer samen vissen?
    groeten van Bastiaan

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat zou best wel eens kunnen Bastiaan ;) Samen vissen sla ik even over. Ik ben al blij als ik ga vissen en wil dat dan alleen of met een van mijn vismaten doen. Hoop dat je dat begrijpt.

      Verwijderen
  9. Inspirerend artikel. Iedereen heeft genoeg van zulke wateren om zich heen. Vis je nog regelmatig of schrijf je niet alles meer op Boudewijn?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik vis wat minder, maar deel vooral minder. Dat is helaas noodzakelijk gebleken om plezier in mijn visserij te kunnen behouden. De oorzaken kan je denk ik wel zelf invullen ;)

      Verwijderen
  10. Geweldig stuk Boudewijn,
    Jouw visserij is gewoon interessant en mooi als je er wat voor wilt doen... struinen in opperbeste vorm dit. Mooie vissen zijn het en inderdaad is ook mijn ervaring met dit soort watertjes dat er haast niemand vist. Alleen een verdwaalde struiner. Zit er verderop een meertje wat in verbinding zit met zo'n stelsel dan zijn deze plekken meestal vol bepakt met hengelende wildkampeerders in het weekend. Echte hotspots die ik ook meestal vermijd. Juist de sloten zijn zo leuk zoals je beschrijft. Vaak niet heel diep en zeker met een polaroid erg interessant om af te zoeken naar verborgen tekens. El Grande en ook die schubs zien er erg goed uit.

    Groeten, Michael

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Mooie vissen en dat die in zulke slootjes zwemmen. Toch maar eens wat vaker proberen. Je hebt zeker ook diepe stukken nodig in die slootjes voor grote vissen?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Daarom is het zo leuk om zelf op onderzoek uit te gaan De voldoening is echt heel groot als je zo'n verrassing in je net hebt liggen. 'Diep' is relatief Tim, een meter water is ruimschoots voldoende is gebleken. Wat lage bruggen of duikers verhogen de overlevingskansen ook aanzienlijk en als het water nou ook nog eens door kan stromen helpt dat ook zeker, al is dat maar heel traag!

      Verwijderen