1 juli 2011

Carp and the City Part 3

11.30 uur. Ik zit op een stek tussen twee woningen in, waar ik tot acht jaar geleden wel eens viste en altijd goed ving. Intussen is er veel veranderd. Bomen en struiken hebben plaats moeten maken voor een natuuroever en een strak grasveld. De gracht is uitgebaggerd, waardoor het bodemverloop aanzienlijk veranderd is. Waar je hier vroeger een redelijk vlakke bodem had, loopt deze nu al snel af tot een meter of twee en loopt door tot aan de beschoeiing van de natuuroever. Enkel aan mijn eigen kant hangen links twee wilgen over het water. Hun takken steken vier meter uit en er onder, in het water, lijkt het wel een mangrovebos. Ertussen schuilt visbroed dat regelmatig wordt opgejaagd door baarzen en fuuten. Achter me loopt een weg naar een nabijgelegen winkelcentrum en worden nieuwe woningen gebouwd. Niet bepaald een rustige stek dus. De linker hengel ligt drie meter van de beschoeiing van de natuuroever vandaan op zo’n twee meter diepte, de rechter ligt twee meter uit mijn eigen kant, aan de onderkant van het taludje.


Een vismaat belt. Of ik al wat heb. Hij vist sinds vanmorgen uurtje of 07.00 uur met als resultaat drie brasems. Karper heeft hij wel zien zwemmen, maar ze lijken nog met de paai in hun kop te zitten. Arbeiders zingen achter me met Lady Ga Ga mee ‘Po po po po pokerface…!’ Zes sneetjes brood drijven voorbij. De meerkoeten kijken er niet naar om. Volgepropt met mijn boilies? Brasems openen de aanval en meeuwen vergezellen ze al snel.

Takken onder de wilgen
12.35 uur. De waker van de linker hengel zakt. Twee piepjes. Ik maak contact. Geen brasem, wat ik eigenlijk verwachtte, maar zware weerstand. Trage run naar links, voor de overhangende wilgentakken langs. Voelt massief aan. De vis zeilt nog meer naar links en komt onder de wilgenstakken terecht. Top onder water en voorzichtig aan. Ik minder druk door de slip losser te zetten, zo dat ik alleen licht contact houd. Het werkt. Beetje bij beetje kiest de vis weer voor open water. Goddank heeft de lijn geen tak meegepakt. Een grote, brede kolk aan het wateroppervlak. Een schub, en groot ook! Ik verhoog de druk nu hij hoog in het water ligt. De vis reageert en duikt de overhangende takken weer in. Dit keer blijft de lijn wel haken. Twee takken deinen mee. De boel zit goed vast. Ik laat lijn vieren. Al gauw voel ik weer beweging aan de andere kant en wordt er langzaam lijn genomen. Snel zet ik druk en win een paar meter. Een brede rug verschijnt. Wouw! Die is groot! Weer zit de boel vast. Op twee meter afstand ligt tussen de takken in een hele dikke schub aan de oppervlakte. 40+, dat zeker. Wat nu? Ik kan maar niet ontdekken hoe de lijn vastzit. Het water in in mijn toestand is niet mogelijk. Woeste rukken. De takken deinen mee. Dan is er niets meer. Mijn onderlijn zit aan de tak, de vis is gevlogen. Een halsbandparkiet landt kwetterend boven in de wilg. Vol ongeloof staar ik naar de takken. Ik tril hevig.

‘Hee klojo, kijk es uit!’ De woorden brengen me terug op de wereld. Een van de arbeiders krijgt er flink van langs. Dit was dé mogelijkheid geweest. Deze had ik moeten hebben. Zo een gigant tijdelijk aan het water te onttrekken, ermee te poseren, me te verwonderen, een doel te hebben bereikt, en zo snel al, zo onverwacht. Shit!

Een plastic tas van de Aldi drijft langs. Twee karpers zwemmen in het midden van de gracht aan de oppervlakte langs, mijn rig twee meter onder ze totaal regerend. Even later zie ik kort achter elkaar twee spiegels vlak voor de kant voorbij zwemmen. Ik besluit de rechter hengel dichter onder de kant te leggen, ongeveer op de hoogte waar de spiegels langszwommen. Misschien dat er eentje is die en passant wel een boilie wil meepikken. Het is er een halve meter diep. Ik kan mijn rig duidelijk zien liggen in het heldere water. De leader van Piet Vogel volgt zoals beloofd netjes de bodem, de fluorcarbon onderlijn is ook niet te zien, maar dat lood… dat doet haast pijn in m’n ogen zo opvallend is dat. Volgende keer druk ik het in de bodem, neem ik me voor. Ik moet er eens goed over nadenken. Ik plaats mijn stoeltje wat verder van de kant af.
De leader netjes over de bodem, de onderlijn onzichtbaar, maar het lood...

Nog twee karpers passeren mijn rig voor de kant, maar hebben kennelijk andere dingen aan hun hoofd. De snelheid waarmee ze zwemmen, de desinteresse in het aas, ze zitten zoals mijn vismaat al zei waarschijnlijk nog met de paai in hun kop. Je moet er nu echt net eentje treffen die aast.

18.00 uur. Ik haak af. Het heeft weinig zin om nog langer te blijven ztten. Ik heb mijn kans gehad, maar helaas geen mogelijkheid op een troostprijs. Zaterdag weer de Plompensloot.

3 opmerkingen:

  1. Mooi verslag weer. Jammer van die schub. Hier is het ook al zo wisselend. Hioelijk duurt dat niet te lang meer.

    Gr. Johan

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Balen. Zo duidelijk is je lood niet te zien toch? Of komt dat door de foto?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ziet er mooi uit dat water. is dat in de stad? Wel vreselijk helder, misschien dat dat meespeelde?
    Leuk verslag weer.
    Jeffrey

    BeantwoordenVerwijderen