26 maart 2014

ROVERS magazine - Polderkastelen met dood aas


Dit artikel is gepubliceerd in BEET/ROVERS editie februari 2014

Het vangen van een snoekbaars in de polder ervoer ik altijd als een gloriemoment. Zeldzaam en alsof ik op dat moment extra goed had gevist. Ik ving ze bijna nooit op de door mij gebruikte kunstaasjes, laat staan op doodaas. Ik vermoedde zelfs dat de grote snoekbaarzen, die vroeger over de polderstelsels heersten, uitgestorven waren. Had ik het dan toch mis?

Het begon allemaal met een zoektocht naar snoek. Opgegroeid met het idee dat je eerder vis vangt als je vist waar de vis zit, hanteer ik meestal een mobiele, zoekende aanpak. Door te beredeneren waarom een snoek zich ergens zou ophouden, valt in de winterperiode al een groot deel van het water uit te sluiten. Voedsel is hierbij naar mijn mening veruit de meest invloedrijke factor.

Prooivissen zoeken dus. Gelukkig kunnen vismaten Rolf en Wouter zich hier ook in vinden, waardoor we onze kennis en krachten kunnen bundelen. Onderling vertrouwen is hiervoor belangrijk, maar daarmee zit het bij ons wel goed. In overleg kiezen we elk een vrij groot gebied om verkennend af te vissen. Na een paar weken evalueren we de boel en leggen we potentiele hotspots naast elkaar. Deze plekken vissen we vervolgens in de late herfst of begin winter (afhankelijk van de watertemperatuur) gezamenlijk af. Eerst met kunstaas, later met dood aas. Zo wordt de buit enigszins eerlijk verdeeld en hebben we alternatieven genoeg als het ergens niet loopt. Door veel af te wisselen van plek en per keer niet te lang te blijven hangen, zullen we de boel ook niet snel ‘kapot’ vissen.
De eerste periode is het dus investeren geblazen, maar als het goed is, betaalt dat zich in een later stadium uit, waarbij we ons kunnen focussen op de plekken waarvan we in ieder geval weten dat er snoek ligt.

16 maart 2014

Winterse schoonheden

De laatste jaren greep ik 's winters veelal naar de snoekstokken en witvishengels om aasvissen te vangen. Een leuke, welkome afwisseling en vooral bij het witvissen bleek het belang van een juiste aanpak en de te bevissen diepte om écht succesvol te zijn. Deze winter echter, was mijn snoekmanie van niet al te lange duur. Om 'into het snoeken' te komen en vervolgens te blijven, heb ik koude nodig. Winterse taferelen zoals sneeuw, ijs, pijnlijke vingers en een druipneus. Hoopvol, maar zelfverzekerd begon ik met vismaten Rolf en Wouter aan een, wat zou moeten worden, snoekseizoen als nooit tevoren. De aanpak van afgelopen winter mondde in een schandalige hoeveelheid gevangen rovers uit, dus dat zou wel goed moeten komen. En ook nu vingen we weer veel rovers, van klein tot groot. De winter gaf echter niet thuis. Een aantal maal zag ik karper voorbij zwemmen terwijl ik mijn kunstaasje binnendraaide of naar de doodaasdobber keek. Dat gaat op den duur dan toch echt knagen. Geen échte winter en ook nog eens karpers zien zwemmen. De snoekstokken werden dus steeds vaker voor karperhengels ingeruild.

15 maart 2014

Boustails, de weg naar het einde, conclusie

Een pauze van twee maanden. Een periode waarin ik uit allerlei hoeken meningen, adviezen en suggesties ter harte heb genomen. Duidelijk was wel dat mijn mededeling over het wel of niet voortzetten van Boustails in zijn huidige vorm iets had losgemaakt. Ik kan er lang over uitweiden, maar het gaat erom dat ik doorga, al is het iets anders dan voorheen, maar ik zal blijven schrijven, filmen en fotograferen. Daarom morgen een nieuwe blog!