1 december 2010

Zoeken naar winterkarpers

Vlak onder de kant, tussen de takken, daar liggen ze.
De warme maanden gelden als de klassieke periode om op karper te vissen. Grootwildjagers bevolken in deze periode haast continu de oevers van onze wateren. Zodra de herfst zich aandient, neemt het aantal vissers al snel af, en zodra de winter zijn intrede doet lijkt een karpervisser aan de waterkant al helemaal een rariteit.

De winter wordt door de moderne karpervisser gebruikt om foto’s te archiveren, boilies te draaien, plannen te maken en materiaal te onderhouden en aan te vullen. Daarna blijft het internet over. Fora worden weer frequenter bezocht en websites en blogs worden afgestruind, op zoek naar zalvende informatie; de karpervisser is onrustig. Deze onrust is deels weg te nemen door toch naar het water te gaan, al is het zonder hengels.

Winterstek


Zo wandel ik de laatste jaren ’s winters regelmatig langs twee diepe plassen en een aantal ondiepe watertjes. Door logisch na te denken en goed te kijken werd ik best nog wel eens verrast.

Een paar bevindingen die ik wil delen:
Er zijn altijd plekken waar het water als laatste bevriest. Hier kan het water of warmer zijn of druk bezet door watervogels, of de wind heeft er langer vrij spel. Wat de reden is, is simpel uit te zoeken. De eerste twee oorzaken kunnen vis opleveren.
Vooral op ondiep water - parkwater, dorpsvijvers en dergelijke - zijn plekken bij karpers in trek waar watervogels worden gevoerd. Wat afzinkt wordt maar wat graag meegepikt.
Als er nog geen ijs ligt is het verstandig in de gaten te houden waar de meerkoeten duiken en waarmee ze naar boven komen. Mosseltjes? Waterplantresten? In dat geval kan je er wel vanuit gaan dat er ook karper komt.

De duiker net onder de waterspiegel

’s Winters is het water vaak helderder en dat kan ook wat interessants opleveren. Zo vond ik onlangs een duiker die net helemaal onder water staat, terwijl ik al jaren langs de betreffende plek liep. De tweede keer dat ik na de ontdekking de duiker bezocht zwom er een karper uit de duiker. Meer bevestiging heb je natuurlijk niet nodig.
Wat me verder is opgevallen is dat ik karpers in ondiep water lang niet altijd op de in theorie meest logische plekken aantref. Ik heb groepjes karpers in het midden van het water aangetroffen, op een kale vlakte, terwijl er bijvoorbeeld genoeg diepere en zonnigere plekken te vinden waren.
Een goed hulpmiddel is een zaklantaarn met krachtige lichtbundel. In combinatie met een polaroidbril kan je hiermee goed in het water kijken - ja, gewoon overdag doen - en een hoop over de bodemstructuur te weten komen en misschien wel op een groepje karpers stuiten. Ik heb in ieder geval nog niet meegemaakt dat ze van het licht schrokken.
Loop ook eens zachtjes over steigers en kijk goed om je heen. Wederom zullen een zaklantaarn met krachtige lichtbundel en je polaroidbril je goed van dienst zijn. Niets geeft een grotere boost dan een winterse ontmoeting met een karper op groot water.
Winterhol in zomerkleed
Als je je neus niet ophaalt voor een baars of snoekbaars, kan je ook met een lichte karperstok en een twister (of anders gewoon een loodje) verticalend de grachten en kanalen aflopen. Zo leer je het bodemverloop en de structuur kennen.
Zelfs de wintersterfte van het afgelopen jaar heeft me het een en ander bevestigd. Vooral in ondiepe wateren legden karpers het loodje en wat opviel was dat de meesten eigenlijk altijd in (kleine) groepjes vlak onder de kant lagen en dan vooral tussen palen en takken. (zie ook ‘wintersterfte’)
Elke karper is welkom, zeker in de winter, dus waarom niet een watertje opzoeken waar een goed bestand aan karper zit dat kleiner van formaat is? Pak je penhengel en peuter wat. Beter vangen dan lezen over vangen.

2 opmerkingen: