Grijs gordijn slokt me op |
Het is drukkend en nagenoeg windstil. In de verte donkergrijze lucht, af en toe een flits en gerommel. Als eerste mijn shelter, kan de boel tenminste droog staan. Wind neemt in kracht toe. Ik zie het helemaal zitten, al de hele morgen heb ik een goed gevoel. De stek geeft me vertrouwen, ik weet niet waarom. Een felle flits aan de andere kant van het water, een paar tellen later een knal. Nog even. Witte schuimkopjes op het water nu. Een doffe plons. Ik kijk om. Een ruit in de golven. Karper!? Shelter staat, alleen de haringen nog de grond in. De eerste druppels. Grijs gordijn nadert. Snel de spullen droog zetten. Ik word opgeslokt, twintig meter zicht, meer niet. Wind neemt nog verder toe en de druppels vliegen bijna horizontaal naar binnen. Ik zet m'n stoel wat verder naar achteren. Flitsen en knallen, ik zit er middenin. Beangstigend heerlijk! Ik bereid vast voor wat voor te bereiden is: wakers onder de Carpsounders, boilies op de hairs, alles op z'n plaats. Een flits en vrijwel tegelijkertijd een knetterende knal. Oei! Toch maar even voetjes van grond.
10.10 uur. Eindelijk klaart het iets op. Water loopt in kleine stroompjes door het gras. De meerkoeten en eenden begeven zich weer op het water. Snel maak ik de rechter hengel in orde en werp in. De rig komt op de punt van het twee meter diepe plateautje te liggen, op dertig meter uit de kant. De middelste hengel werp ik tien meter voor de lelies, waar het vier meter diep is. De rig verdwijnt tussen de golven. Nu als eerste m'n waadpak aan voor ik de linker hengel ingooi. Je weet nooit. Het gebeurt, 't is ongelooflijk, maar het gebeurt. Een korte run op de middelste hengel, dan zakt de waker terug, en ik sta met één been in het waadpak en de ander nog in mijn schoen. De hengel ligt nauwelijks een minuut in. Op de een of andere manier zitten er twee knopen in de veter. Zo snel als mogelijk wring ik mijn andere been in het pak en strompel met het bovendeel van het pak op mijn knieen naar de hengel. De waker zakt en stijgt. Ik pak de hengel op en lijk vast te zitten. De lijn haakt achter wat bladeren, maar blijft duidelijk voelbaar ook ergens achter het talud hangen. Ik wacht af. Ja, hij zit er nog aan, ik voel kopschudden. Heel kort zet ik meer druk. Het boogde effect volgt en de vis komt in beweging. Het enige wat ik doe is de hengel hoog houden en geen druk zetten. Plots is er vrij direct contact en kan ik lijn opdraaien. Een kolk aan de oppervlakte. Nu springt de lijn ook van de lelies los en heb ik voor het eerst echt direct contact. Een log gevaarte. Langzaam komt de vis mee door de lelies. Een grote schub komt in beeld. Niet echt lang, maar vooral hoog en breed en lange buik met nauwelijks staartwortel; zeker een hoge twintiger. Hij lijkt schepklaar. Net gaat te water. Toch nog een versnelling. Kort en gedrongen, maar wat een brede rug! Lelieblad wijkt en nog ploegt hij voort. Ik durf niet al teveel druk te zetten vanwege de beschadigingen van m'n lijn. Toch weet ik de vis redelijk hoog in het water te houden. Hij lijkt op te geven en komt mokkend dichterbij. Het net ligt met open armen te wachten. Toch weer een krachtsexplosie. Hij blijft gaan, telkens korte felle runs. Links van de stek ligt een dikke tak in het water, daar mag ie sowieso niet heen; ik ga tussen de vis en de tak in staan. De vis draait, doet een soort deathroll en zwemt recht op mij af; een onverwachte actie. Lijn in zijn rugvin. Shit! Ik verhoog de druk, doe het automatisch. De hengel veert op, er is niets meer, voel misselijkheid opkomen. Een stukje lijn fladdert.
Tja... |
Vloekend maak ik de hengel in orde en werp opnieuw in. Even zitten, kan me er niet toe aanzetten de derde hengel in de gooien. Een dikke vis van du Vette verspeeld. Die kans heb je niet zo vaak. Piieeeeeeep! Wederom de middelste hengel. Een ziedende run. Mag, want de vis komt steeds hoger in het water, weg van het talud met zijn mosseltjes. Run na run volgt. Het lastige deel van de dril, het stuk door het lelieveld, verloopt eenvoudig. Het is duidelijk te merken dat het najaar al zijn intrede doet. Bij de eerste poging zit de vis in het net. Een mooie, maar het is niet genoeg om de vorige te doen vergeten.
12.15 uur. Het verspelen van de vis zit diep. God wat baal ik! De vis zou een nieuw du Vette-pb voor me hebben betekend. Niet zozeer daarom, maar om een grote nomade te vangen, die ik zo goed heb kunnen zien, had kunnen aanraken zelfs. De linker hengel loopt af. De vis schiet naar links en duikt het lelieveld in. Ik verhoog de druk, moet hem weghouden bij de tak. Met m'n waadpak aan kan ik in het water de oever volgen, de vis achterna. De lijn verspingt van stengel naar stengel, losgesneden blad drijft met de golven mee. Vrij eenvoudig loods ik de vis door de lelies heen. ’t Is een schub, de kleinste tot nu toe. Alleen m'n schepnet ligt nog bij mijn hengels. De vis volgt gedwee als ik langzaam terugloop naar het net. Ik onthaak hem in het water en geef hem zijn vrijheid weer terug. Het gaat hard.
13.10 uur. Een klein regenbuitje. Gierende run op rechts. De vis zwemt het weid op en draait al snel aan de oppervlakte. Hij geeft goed partij, maar moet uiteindelijk zijn meerdere erkennen. Ik weet hem zonder noemenswaardige problemen door de lelies en vervolgens in het net te loodsen. De vis poept de onthaakmat onder. Die heeft flink van de bollen gegeten.
Het loopt goed, maar het gevoel van de verspeelde vis overheerst. Zelden heb ik dat zo diep gevoeld. Komt het doordat ik al die jaren niet heb kunnen vissen en droomde van het vangen van zo’n vis op dit water? Ik ben getergd. Wil nu nog harder vissen, maar zal toch discipline moeten opbrengen. Ik ben immers nog lang niet de oude en het blijft ‘maar’ vissen. Ik loop de aanbeet en dril nog eens door. De vis had even tussen twee stenen stil gelegen. Ik pak mijn centimeter en loop er naartoe. Ik meet. De vis was ergens tussen de 80 en 90 cm., langer dan ik dacht. Waarschijnlijk dus ook zwaarder dan een hoge twintiger. Ik vloek. Een verdwaalde wandelaarster kijkt geschrokken om. Ach, mijn tijd komt wel. Ik haal later nog wel wat me toekomt.
17.00 uur. Er lijkt weer een bui aan te komen dus ik besluit in te pakken. Slechts een brasem is nog op de kant gekomen. Het restant voer verdeelik over de plekken. Misschien kom ik morgen of overmorgen nog terug.
Balen van die dikke:( Je weet wel steeds aanbeten af te dwingen dus slecht ben je niet bezig.
BeantwoordenVerwijderenJammer van die grote vis Boudewijn, volgende keer beter.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Tim
Leuk stuk weer. Voelde haast je pijn toen je die vis verspeelde.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Johan
Boudewijn er komen nog wel een paar beren jouw kant op,de aanhouder wint!
BeantwoordenVerwijderengr dennis scherjon
Komt ook zeker Dennis! Begin langzaam weer meer 'in' te komen. Vis jij uberhaupt nog tegenwoordig, of geen tijd?
BeantwoordenVerwijderenvissen?jazeker!niet zo heel veel meer ,ik woon tegenwoordig ook niet meer in amsterdam dus vis ik bij mij in de buurt.
BeantwoordenVerwijderenHeel af en toe kom ik wel eens"jouw" kant op vissen ,of doe ik een bakkie bij Erik.
Boudewijn,
BeantwoordenVerwijderenals ik aan "volhouden" denk dan denk ik aan jou ;-)
Zware vissen verliezen....ik ben daar kampioen in! Ik heb genoten van je verhaal en herken er heel veel in; emoties en het denkwerk achteraf.
Mooie foto's...
Groet,
Dale
he boudewijn! hier een impressie filmpje van de nog komende lange film van 'Amsterdam carp team' groet
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.youtube.com/watch?v=IkFauDeQ7o8
Dale, we zullen volhouden! en trouwens, een dag aan het water is een mooie dag geleefd!
BeantwoordenVerwijderenDaniel,
Ben benieuwd naar jullie film. Laat maar weten als ie gepubliceerd is.