Onderstaande tekst maakt deel uit van mijn artikel dat in dé Karperwereld nr. 77 is verschenen.
In de verte klinkt het krijsen van meeuwen en keffen van meerkoeten. Bovenop een brug kiepert een vrouw een plastic tas met brood om.
Niet veel later sta ik op dezelfde brug. Verzadigd dobberen eenden, meerkoeten en meeuwen door elkaar. Niet onverwacht zie ik na een tijdje een dikke schubkarper uit de diepte omhoog komen en zonder problemen een half sneetje brood naar binnen werken. Het duurt niet lang voor ik zeven karpers tel, waaronder enkele dikke dertigponders. Het overgebleven brood wordt verorberd.
De betreffende brug is een bekende eenden-voer-brug waar dagelijks een paar broden hun weg naar het water vinden. De eenden- en meerkoetenkolonie vaart er wel bij. Ook de karpers weten deze eenvoudig te verkrijgen hap te waarderen, ondanks dat de vele ongewenste confrontaties met de mens hun sporen hebben nagelaten. Ik neem me voor zeker vijf keer per week een uurtje op de brug door te brengen, uiteraard met flink wat oud brood dat ik overal en nergens biets.
De watervogels komen al aangespurt als ik op de brug tot stilstand kom. Soms duurt het tien minuten voor de eerste karper verschijnt, soms meer dan een half uur, maar ze laten geen dag verstek gaan.
De samenstelling van de groep karpers wisselt, maar twee grote vissen zijn steevast aanwezig: twee spiegels,
beide hoog in de dertig pond, waarvan er eentje al twee keer de binnenkant van mijn schepnet heeft gezien. Voorheen moest en zou er gevist worden als ik ze zag azen, nu heb ik geen hengel bij me en neem ik de tijd om ze rustig en langdurig te observeren. In twee weken tijd spendeer ik tien keer minimaal een uur op de brug.
Goed te zien is dat de vissen verschillende benaderingswijzen hebben. Sommigen zwemmen met redelijk hoge snelheid op een stuk brood af en pakken het of breken er een stuk af tijdens het voorbij zwemmen. Vaak gaan hier één of meerdere ‘schijnaanvallen’ aan vooraf. Anderen hebben een behoedzamere benadering door rustig naar de korst te stijgen en er met hun lippen tegen aan te duwen of er een paar keer zachtjes tegenaan te happen, alvorens het naar binnen te werken. Weer anderen zwemmen eerst een paar keer onder het brood door voordat ze het pakken. De mooiste benadering vind ik die van de vissen die eerst een tijdje verticaal onder het brood blijven hangen; alsof ze denken: pak ik hem wel of pak ik hem niet? Er zijn er ook die geen enkele korst van de oppervlakte pakken en alleen azen op de afzinkende stukken brood. Dit blijken ook de vissen te zijn die zich meer afzijdig houden van de rest van de groep. Buitenbeentjes? De voorzichtigere vissen?
Eén van de twee grote spiegels is steevast één van de eersten die op het toneel verschijnt. Dit is tevens de vis die ik al twee keer heb gevangen. Zijn ongeveer even grote metgezel duikt telkens pas na een tijdje op, alsof hij zijn soortgenoten de boel eerst wil laten testen. Het komt dan ook een aantal keer voor dat al het brood al is opgegeten tegen de tijd dat deze vis zich laat zien. Er zijn er ook die maar één of twee korsten pakken en dan niet meer terugkomen. Wat is tijdens het vissen dan wijsheid? Wachten met inleggen om de vissen meer vertrouwen te geven? Wachten tot je de vis ziet die je wilt vangen? Of toch direct inleggen? Voor hetzelfde geld is je kans na één gepakte korst verkeken. Ik heb dit tijdens het vissen ook al kunnen ervaren. Als je zo’n vis wilt vangen gaat de factor geluk een grote rol spelen, tenzij je de tijd neemt en de mogelijkheid hebt om de ‘karakters’ van de vissen te leren kennen. Dan kan je je aanpak op een specifieke vis afstemmen.
Regelmatig heb ik kunnen waarnemen hoe karpers een paar centimeter onder het wateroppervlak hingen en van daar de korst onder water naar binnen zogen. Het gebeurt geruisloos en het enige wat ervan te zien was waren de onder water verdwijnende korst en wat kleine rimpeltjes op het water. Als je net even de andere kant op had gekeken was het verdwijnen van de korst nooit opgevallen.
Toch wel tegen mijn verwachting in heeft mijn regelmatige voeren op deze brug niet tot gevolg gehad dat de karpers sneller aan de oppervlakte verschenen. Dat kan mede komen doordat er al jaren brood gevoerd wordt en ik geen nieuwe situatie creëerde. Er ontstonden geen gevechten met watervogels om het brood, ook niet als ik minder brood voerde. De karpers verschenen op een gegeven moment, zwommen dan onder de watervogels door en pikten zo af en toe een afzinkend stuk brood op. Pas als de eenden, meerkoeten en meeuwen verzadigd waren, werden de eerste stukken brood van de oppervlakte gepakt.
Hoi Boudewijn,
BeantwoordenVerwijderenIk volg je blog al een tijdje, maar heb nog nooit gereageerd. Nu wel. Wat een gave foto's! Ook nu weer bij dit stuk. Mijn complimenten. Dat wilde ik je even laten weten.
Gr. Sjoerd
Wat een prachtige foto’s! En, voor diegene die het goed leest, ook een leerzaam verhaal.
BeantwoordenVerwijderenGroet,
Koen.
nr. 77, is dat de laatste die is uitgekomen? Inderdaad hele mooie foto's. Ik heb ze ook wel eens zo onder mijn korst zien hangen en ving hem helaas niet.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Jeffrey
Hallo Boudewijn,
BeantwoordenVerwijderenHad je artikel in de KW al gelezen. Wat mij betreft een van de betere artikelen dat er de laatste tijd is verschenen! Complimenten.
Groetjes,
Tim
Nu je eerste karpers vangen Boudewijn. Je weet ze in ieder geval wel steeds te vinden. Hopelijk vang je meteen je welverdiende 40-ponder.
BeantwoordenVerwijderenGr. Kevin
Hoi Jeffrey,
BeantwoordenVerwijderennr. 77 is inderdaad de meest recente. 25 maart uitgekomen.
Sjoerd, Koen, Tim, dank voor de complimenten, werkt zeker stimulerend.
Groet, Boudewijn
hoi Boudewijn
BeantwoordenVerwijderengoed om te lezen dat het weer goed met je gaat , zag er 6 maanden geleden wel anders uit .
complimenten voor je stuk wat je geschreven hebt !
had gister tijdens mijn ronde ook fototoestel mee moeten nemen ,veel gezien en niet alleen karper maar ook veel zeelt die al aan het verzamelen zijn voor paai .
gr Frank