13 februari 2017

De visser geconditioneerd? Observaties deel 1


Dit artikel is gepubliceerd in Karper 101

Evalueer jij jezelf als visser wel eens? Heb je plezier in wat je doet? Zijn de vangsten goed? Of staan die tenminste naar jouw mening in verhouding met je geleverde inspanningen? Of had het misschien beter gekund? Kijk je meer naar jezelf of naar anderen? Misschien kan je nog wel beter observeren? Zien we ergens karper zwemmen, rollen of springen bijvoorbeeld? Maar er valt nog zoveel meer te ontdekken! Over het leefgebied van de karper, over zijn gedrag, maar ook over de materialen die je gebruikt om ze te bevissen. Regelmatig ga ik er dan ook met alleen mijn camera’s op uit om zowel onder als boven water te onderzoeken hoe ik mijn benadering kan verbeteren.


Tezamen met de observaties boven water maak je
een compleet plaatje

Gedachtengangen en aannames
Het gedrag van de karper zorgt al vele decennia voor gespreksstof omdat nog veel onbekend is. Veel aangehangen theorieën blijken in de praktijk echter niet te kloppen. Dat komt deels voort uit een breed gedragen neiging van mensen om dieren menselijke eigenschappen toe te dichten. Dat begint al in een vroeg stadium met voorleesboekjes en tekenfilms die over vissen, mammoeten, paarden, pinguïns, beren en leeuwen gaan bijvoorbeeld. We willen ons als mens nu eenmaal graag kunnen identificeren en dingen begrijpelijk maken. Maar in de visserij is niet alles te verklaren en je doet jezelf al helemaal tekort als je algemeenheden voor elke situatie als waarheid aan gaat nemen. Er zijn zoveel factoren die onze visserij beïnvloeden die elke keer weer een beroep doen op onze ervaring, kennis en vindingrijkheid. Niet voor niets zijn het dezelfde mensen die opvallend vaak de beste resultaten boeken. Behoren zij tot de volgers? Waarschijnlijk niet, anders zouden zij niet keer op keer in staat zijn om zich te onderscheiden.

Ik beleef plezier aan dingen zelf uitzoeken
Observeren & leren
Natuurlijk beleeft iedereen vissen op zijn of haar manier, maar allemaal willen we vangen, niet? En het liefst minimaal genoeg. Alleen met visspullen aan het water zitten is niet waar we het voor doen, al maken we onszelf dat wel soms wijs. Niemand wil alleen maar blanken. Een groot deel van de vissers is het er wel over eens dat de praktijk lang niet altijd strookt met de theorie. Toch blijven zij blind uitgaan van gedachtegangen en aannames uit een tijd waarin het heel anders gesteld was met de kennis, omgeving en hengeldruk in de visserij.
Er is natuurlijk helemaal niets verkeerd aan om ‘volger’ te zijn, maar persoonlijk beleef ik er plezier aan om zelf dingen uit te zoeken, waardoor ik de karper, maar ook de gebruikte materialen beter leer kennen en deze kennis kan vertalen naar de aanpak die ik ga gebruiken. Hiermee verschaf ik mezelf ook een kleine voorsprong op anderen die dit niet doen. Het vermogen tot het zo goed mogelijk voorspellen van het gedrag van de karper speelt een belangrijk aandeel in het te behalen succes. Ken je ‘tegenstander’. Vis- en observatie-uren maken dus!
Persoonlijk ga ik liever uit van wat de praktijk mij uitwijst en in sommige gevallen zullen dingen zelfs meerdere keren bevestigd moeten worden. Vissen is in mijn geval voor een groot deel gevoel en ik vis een stuk prettiger in de wetenschap dat ik zoveel mogelijk onzekerheden heb uitgesloten. Dit doe ik door in de praktijk dingen uit te proberen, te observeren en concluderen. Als ik blank terwijl ik naar mijn idee zoveel mogelijk onzekerheden heb weggenomen, dan kan ik daar enige vrede mee hebben. Daarom spelen vooral (onderwater) observaties een belangrijke rol in mijn aanpak en de materialen die ik gebruik. Niet alleen om te zien of zich ergens vis ophoudt, hoe deze aast of reageert op mijn voer of haakaas, maar zeker ook om te zien hoe de ingezette producten zich onder water gedragen! En dan zie je op sommige wateren heel goed de gevolgen van conditionering! Aangezien de praktijk nooit zo perfect is als de theorie of de ons voorgeschotelde reclamefoto’s, valt hier door de visser zelf nog winst te behalen. En dat vind ik wel zo prettig, want ik vang graag vis als ik met hengels aan de waterkant ben.

Voorspellen van karpergedrag en lokalisering is de sleutel
tot succes
Tunnelvisie
Met de komst van het digitale tijdperk is er meer vergelijkingsmateriaal, kunnen we tijd besparen en komen we makkelijk aan kennis, maar hebben we tegelijkertijd ook te maken met veel meer indrukken en worden we heel langzaam, beetje bij beetje, een bepaalde richting in gestuurd. We zijn volgers geworden in plaats van initiators en uitvinders en daarmee ook wat gemakzuchtig. Trends en hypes worden gecreëerd door bedrijven en dat lukt alleen maar als anderen volgen. Is dat per definitie slecht? Nee. Maar wat wordt er gezegd over volgers? Die zijn nooit de eersten!
Waar in eerdere generaties gesproken werd over een willekeurige vis als zijnde de prijs, lijkt het bij een groot deel van de huidige karpervissers te draaien om gewicht(igheid). Niets mis mee, ieder zijn eigen motivatie. Samen met het sterk toegenomen aantal vissers en social media werkt dat competitief gedrag in de hand. En alles samen heeft weer meer hengeldruk en dus conditionering tot gevolg. Dat zorgt weer voor vraag naar nieuwe, innovatieve producten om de steeds maar ‘slimmer’ wordende karpers te kunnen blijven vangen. Zo is er door de jaren heen een keur aan producten uitgekomen die onze lijnen en rigs onzichtbaar zouden moeten maken. Beweringen vlogen en vliegen ons bij het aan de man brengen om de oren, vaak gestaafd met foto’s van corpulente karpers. Maar wie heeft deze producten na aankoop vervolgens zelf in de praktijk beoordeeld in verschillende omstandigheden? Of gaan we blind af op wat de marketeers ons vertellen? Nu zijn alle teksten, artikelen en filmpjes zeker een verrijking voor onze visserij en vaak ook prima vermaak, maar het gevaar van het herhaaldelijk lezen en zien van al deze informatie is dat we geneigd zijn om niet meer verder te kijken en denken. Alles is theoretisch logisch voorgeschoteld. Als elk merk een gelijksoortig product heeft en iedereen het gebruikt, dan zal het wel goed werken toch? En als die en die visser op dat en dat systeem vangen, dan zal het ook altijd wel goed zijn, niet? Toch? Een vorm van conditionering dus en dat zorgt maar al te vaak voor tunnelvisie.
De te behalen winst zit hem vooral in de toepassing van een combinatie van meerdere kleinere dingen. Die aanpassingen en dingen ontdek je alleen door je kennis te vergroten en de materialen zelf in de praktijk te gebruiken, om te weten te komen of ze doen waarvoor ze ontwikkeld zijn. Materialen worden door de diverse merken natuurlijk met een idee of om een reden ontwikkeld of in het pakket opgenomen. Zo zijn er bijvoorbeeld vele lijnen op de markt te verkrijgen die allemaal zijn gemaakt voor een bepaald doeleinde. De ene moet bijvoorbeeld slijtvast zijn of juist sterk, snel afzinken of juist wat minder snel. Zet je het materiaal in waarvoor het ontwikkeld is, dan is er al winst behaald! Naast het inzetten van het juiste materiaal in de omstandigheden die daarom vragen.

De ogen vertroebeld
Kijkend naar ons eigen land is met de toename van het aantal mensen en de daarmee gepaard gaande verstedelijking, de leefomgeving van kapers aanzienlijk veranderd. Zo ook dus de omgeving waar hun belagers actief zijn. En juist alles wat er op, om of in een water gebeurt, heeft invloed op het gedrag van het waterleven. Zo zal op het ene water een karper de mens met gevaar associëren en op het andere water juist niet. Dat gaat zelfs op voor afzonderlijke delen van een water. Denk maar aan bijvoorbeeld een eenden-voer-hoek, een haven of het openluchtzwembad waar nooit gevist mag worden. Daar zwemmen en eten de karpers ogenschijnlijk zonder terughoudendheid, waar dat buiten die gebieden wel anders is!
Strakke lijnen zijn op druk bevist water geen optie
Bij aankoop van lijn en end tackle houden we sterk rekening met het gezichtsvermogen van de karper. Alles behalve ons aas moet bij voorkeur niet opgemerkt worden. Hier spelen de merken handig op in door hun producten in diverse kleuren aan te bieden die onder water niet zouden moeten opvallen. Een zandkleurtje voor zandbodem, een donker grijs/bruin kleurtje voor een modderbodem, enz. Visueel hebben karpers het lang niet altijd makkelijk. Onder water wordt licht meer verstrooid, waardoor een karper minder scherp zal zien, zeker naarmate de afstand of diepte toeneemt. Dit nadelige effect zal alleen maar sterker worden als er sediment of algen in het water zweven. Met zijn gebolde ogen kan een karper recht boven of voor zich het gedetailleerdst zien. Hoe verder van dit centrum af, hoe minder scherp zijn beeld zal worden. Kijkt een karper naar boven door het wateroppervlak heen, dan zal naarmate de hoek groter wordt ten opzichte van het wateroppervlak, de reflectie van het wateroppervlak steeds meer het doorzicht van de karper belemmeren. Staat er ook nog eens een kabbel op het water, dan wordt het nog lastiger.

Kleuren boven water bleken onder water plots
heel anders te zijn
Koude kermis
Op de wateren waar ik vele jaren heb gevist, is een duidelijk patroon naar voren gekomen omtrent gedrag langs de waterkant. Met het toegenomen fiets-, auto- en wandelverkeer langs het water, is er een duidelijk verandering opgetreden. Waar je tot een jaar of tien nog weg kwam met behoedzaam gedrag en nog beter, de rustige plekken van het water opzoeken, zal je nu in de meeste gevallen van een koude kermis thuis komen. De vissen hebben geleerd dat fietsers en langslopende mensen geen gevaar vormen en ze dus rustig hun ding kunnen blijven doen. Maar stopt er iemand om wat voor reden dan ook, dan zakken de vissen langzaam naar dieper water en zwemmen weg. Natuurlijk ben ik vaak blijven staan om te kijken of de vissen terugkeerden. Vaak kwam dan na een tijdje een vis of soms twee of drie uit het groepje aanzwemmen, maar zodra ze mij opmerkten werd er rechtsomkeer gemaakt om niet meer terug te komen. Dit gedrag heb ik intussen op meerdere wateren geconstateerd. Stilstaande mensen of silhouetten brengen ze dus in verband met een gevaarlijke situatie. De kleur van mijn kleding maakte helemaal niets uit want ik ging op in de omgeving. Dat bewijs werd voor mij definitief geleverd toen ik jaren terug bewust met een wit T-shirt aan ging oppervlaktevissen. Ik voerde een flink aantal broodkorsten in verschillend formaat. Zolang ik niet bleef stilstaan, maar op vijf meter van het water rustig heen en weer liep over een afstand van zo’n vijftig meter, werd er zo nu en dan een korst gepakt. Bleef ik stilstaan, dan zakten de vissen naar dieper water tot ik verdwenen was. Liep ik weg om vervolgens weer rustig heen en weer te lopen, dan kwamen ze na verloop van tijd weer naar de oppervlakte. Ik monteerde een korst op mijn haak en wierp in. De hengel kwam helemaal op de kant te liggen zodat de top niet over het water stak en ik bleef opzichtig heen en weer lopen in mijn witte T-shirt. Werd de korst gepakt, dan sprintte ik naar de hengel. Zo wist ik die middag in drie uurtjes twee vissen op de korst te vangen, wat een zeer goed resultaat was in die tijd. Andere wateren volgden. Nu begreep ik ook meteen waarom de ongedurigere karpervissers toch soms een vis vingen. Zij liepen jagend achter de hoog zwemmende vissen aan!
Jarenlang heb ik ook ’s nachts langs vele wateren gelopen om de karpers aan de oppervlakte te bevissen. Nu was de situatie weer heel anders dan overdag. Er liepen en reden in de nachtelijke uren een stuk minder mensen langs het water en daar leefden de karpers dan ook naar. Om hoogzwemmende karpers te vinden, maakten mijn vismaten en ik gebruik van het licht van lantaarnpalen en ander kunstlicht, maar vooral ook van een Maglite, een zaklamp met zeer krachtige bundel, waarmee we rond bruggen en langs de oevers in het water schenen. Het was hierbij van belang dat we de lichtbundel rustig over het water lieten glijden bij onze zoektochten. Ontdekten we een vis in het licht, dan was het een kwestie van eventueel wat voeren en vissen. De vissen zagen dit licht kennelijk niet als gevaar omdat het wat hen betreft waarschijnlijk niets anders was dan ze gewend waren met het kunstlicht uit de omgeving en de langsrijdende auto’s met ontstoken koplampen. In een donker polderlandschap wisten de vissen niet hoe snel ze weg moesten komen…

Resultaat van een experiment met wit T-shirt
Onzichtbare lijn
En onze lijnen dan? Op het moment dat ik via een advertentie van het bestaan van fluorocarbon op de hoogte werd gebracht, schafte ik me een klos aan en toog naar de waterkant. Snel zinkend, sterk en onzichtbaar voor de vis, werd me beloofd in de tekst. Was me dat even een tegenvaller! Ik zag onder water de lijn gewoon lopen! Nu bleek ik na wat onderzoeken geen 100% fluorocarbon lijn gekocht te hebben, maar een nylonlijn met een fluorocarbon coating erop. De lijn werd door deze coating snel zinkend en onzichtbaar. Dat laatste dus niet. Wat later sprak ik de hengelsportwinkelier hierover en die drukte me een restje opgespoelde 100% fluorocarbon lijn in mijn handen. ‘Gebruik dit maar even voor je onderzoekje, maar dit is een heel stuk duurder’. De uitkomst was niet veel anders. De kleur van de lijn was in beide gevallen, in diverse wateren, helder en licht troebel, paarsvioletkleurig. De 100% fluorocarbon lijn was alleen in die gevallen nauwelijks te zien waar de lijn op, of slechts een heel klein stukje boven de bodem lag en je dan ook nog min of meer recht van boven op de lijn keek. En al na korte tijd werd ook die ‘onzichtbaarheid’ teniet gedaan door de zwevende deeltjes in het water die zich aan de lijn hechtten. Waarom zou je dan wel fluorocarbon lijnen gebruiken? Er zijn situaties die vragen om een lijn die de positieve eigenschappen bezit van een lijn als deze. Fluorocarbon is zwaarder en slijtvaster dan nylon en bevat iets minder rek. De trekkracht is lager dan die van nylon, maar nog altijd ruimschoots sterk genoeg om een dikke vis te kunnen landen. En heel soms heb je een stuk hele schone bodem waar je zeker van weet dat je lijn netjes op de bodem ligt. Zorg dan wel dat je lijn helemaal recht is en niet kringelt. In dat laatste geval worden de ‘onzichtbare’ eigenschappen dus tenietgedaan. Fluorocarbon kinkt en kringelt doorgaans heel snel en is minder soepel dan nylon, wat de werpeigenschappen niet ten goede komt. Maar wie werpt er tegenwoordig nog in?!

Van links naar rechts (alles 40/00) 100% fluorocarbon,
nylon en hybrid lijn
Lijnkeuze
Lijnen zijn en blijven dus zichtbaar onder water en karpers zullen deze kunnen zien als het water helder genoeg is en er genoeg licht in het water valt. Als visser willen we eigenlijk een lijn die geschikt is voor alle situaties en omstandigheden waarin we vissen. Dat scheelt spoelen wisselen en in de portemonnee. Helaas bestaat die lijn niet. Je zult dus moeten kijken naar de omstandigheden waarmee je te maken hebt en daar je lijnkeuze op moeten baseren. Groeien er waterplanten? Hoe ver ga je uit de kant vissen? Zijn er obstakels? Hoe is het bodemverloop? Aan de hand van deze factoren kies je je materiaal. Toch?
Een nylon lijn is de beste allround lijnsoort. Deze monofilament lijnen zijn redelijk slijtvast, soepel, bevatten aardig wat rek, waardoor er niet te snel teveel kracht op de haak komt te staan en bezitten een zeer acceptabele trekkracht.
Braids of gevlochten hoofdlijnen zijn ontwikkeld voor het vissen in omstandigheden waarbij je geen rek in je lijn wenst te hebben. Zeer bruikbaar dus voor het vissen op lange afstanden. Tevens is deze lijnsoort goed in te zetten bij het vissen in de buurt van leliebedden omdat deze door de leliestengels heen snijdt. Maar zijn er scherpe obstakels in de buurt, dan valt deze optie eigenlijk al af! Braids zijn samengesteld uit diverse strengen dunnere vezels. Bestaat een braid uit bijvoorbeeld vier strengen en er breekt er één omdat de lijn schuurt over een steen, dan is er nog maar 75% van de trekkracht over. Braids zijn NIET slijtvast! Dan speelt net als bij alle soorten lijnen natuurlijk ook nog de kwaliteit van het materiaal een rol. Braids zijn er in verschillende soorten. Er zijn er die langzaam zinkend zijn, noem het zwevend, die wat sneller afzinken en die snel afzinken. Als braids niet doordrenkt zijn met water, zit er lucht tussen de vezels en strengen waardoor de lijn blijft drijven of in het water gaat stijgen. Dat kan dus ook gebeuren als er veel zuurstof in het water zit. Omdat deze lijnen geen rek bevatten en er daardoor veel kracht op de haak komt te staan tijdens de dril, is het raadzaam om een leader te gebruiken van rekbaar materiaal. Een stuk fluorocarbon, nylon of het rekbare Snag Attack van Rigsolutions is hiervoor geschikt.

In theorie volgen de lijn en leader de contouren van de bodem...
In dit geval maakte ik met de chod nog een kans 
Semi-slap
Nu heb je de lijn opgespoeld die geschikt is voor de situatie waarin je vist en werpt deze in of vaart deze uit. Vervolgens kan je je lijn strak, half slap of compleet slap vissen. Aangezien lijnen het beste te zien zijn wanneer deze door de verschillende waterlagen lopen, blijft de bodem eigenlijk als enige camouflerende optie over. Steeds meer mensen zijn met slappe lijnen gaan vissen, al zal het in de praktijk vaker semi-slap zijn. Niet alle situaties vragen ook om volledig slappe lijnen. Dit heeft eigenlijk alleen zin als je op relatief korte afstand vist. Wat heeft het immers voor zin om met slappe lijnen te vissen als de bodem waar je je rig hebt gedropt schoon is (want dat heb je uitgezocht toch?), maar de weg die je lijn van je hengel naar je rig aflegt niet? In de praktijk hebben we namelijk te maken met waterplanten, taluds, stenen en andersoortig afval op de bodem. En daar houden velen bij de uiteenzetting van hun theoretische aanpak geen rekening mee! Er ontstaat dus een situatie waarin je rig schoon ligt, maar vervolgens de leader en lijn strak of semi- slap naar de bovenkant van de planten, de steen of het talud loopt. Zo kan het zomaar zijn dat je lijn een halve meter of meer boven de bodem loopt en dus zichtbaar is! Het gewicht van de lijn of leader zal de lijn nooit netjes over de bodem kunnen krijgen tot aan het plantenbed of het talud. Hoeveel lijn je dan ook geeft vanaf de kant om deze te laten afzinken, het belangrijkste stuk lijn zal strak of semi-slap blijven staan! En hoe meer lijn er slap ligt, hoe gebrekkiger de beetindicatie. Het plaatsen van ‘sinkers’ of een toploodje zal je niet helpen in dit geval, in tegendeel. Het gewicht van het loodje zorgt ervoor dat de lijn, die eerst slap over de bodem en diverse planten en stenen liep, nu wat meer strak getrokken wordt. Op grote afstanden zou ik dan ook niet snel toplood inzetten, maar kiezen voor een goed afzinkende, semi-slappe lijn.
En bedenk dat als je voor gevlochten lijn hebt gekozen als hoofdlijn, dat deze iets zal gaan zweven als je met slappe lijnen vist!

Eye opener
Hoe relaxt zullen de karpers zijn die taluds of randen gebruiken voor hun navigatie en deze randen zijn behangen met strakke lijnen die vanaf de rand schuin naar beneden lopen? Natuurlijk weten we dat dergelijke randen, plantenbedden en andere obstakels aanwezig zijn. Toch? Misschien kan je wel de aanvisrichting veranderen? Bestaat alleen wel de kans dat je misschien niet op dat mooie grasveldje kan zitten. Je kan natuurlijk ook de weg van je hengeltop tot aan je rig helemaal schoon maken.
Toch kan een verticaal lopende lijn, via een boei aan de oppervlakte bijvoorbeeld, al een verschil maken. De ‘horizontale’ lijn die de vissen op scherp zet is dan verdwenen en een nieuwe situatie is ontstaan die ze nog niet met gevaar associëren. Inspelen op de heersende conditionering.

Steil aflopende taluds maken het camoufleren
van je lijn moeilijker
Strakke lijnen zijn zeker op druk bevist water geen optie. Als het waait gaat de lijn ‘zingen’ en dat is onder water hoorbaar, maar daarover in deel 2 meer. Een paar jaar geleden observeerde ik met een vismaat een tijd lang een school karpers op een helder, zeer zwaar bevist water. Telkens volgden zij dezelfde route om een versmalling van het water in te zwemmen waar wij een plek al dagen van voer voorzagen. Nagenoeg nooit werd er van deze route afgeweken en wat voer buiten deze route werd slechts sporadisch door dezelfde twee vissen opgepakt. Dat waren duidelijk de twee ‘pilotvissen’ uit de school. De rest waagde zich er niet aan. Drie meter maakte al verschil! Handenwrijvend zagen we keer op keer onze targetvissen van ons voer eten, waarbij de verschillende karakters van de vissen naar voren kwamen. Daar konden we ons voordeel mee doen! De dag voorafgaand aan de geplande visdag, streken er twee andere vissers neer op zo’n tachtig meter voor de versmalling. De man en vrouw visten met strakke lijnen naar de overkant. Zoals intussen gewoon, zagen we de school rond het middaguur onze kant op komen. Toen de vissen de lijnen naderden, veranderde hun gedrag terstond. Goed te zien was hoe de vissen elkaar beïnvloedden. Een enkeling keerde om en verliet de school. De rest week af van hun vaste route en kwam een stuk behoedzamer dan de vorige keren de versmalling inzwemmen. Hun gedrag was duidelijk gestresst want ze schrokken al van een langszwemmende fuut en wat harde geluiden van een bouwplaats vlakbij. Alleen de twee pilotvissen namen een paar happen van ons voer en hun verblijf was van korte duur. Het was de laatste keer dat we de school bijna compleet hebben gezien. De twee volgende dagen zijn alleen de twee ‘makkelijke’ vissen een paar happen komen nemen. Onze kansen waren verkeken. Dat was wel een eye opener!

Dankzij de juiste materiaalkeuze uit een opening in een
groot plantenbed geplukt
Negatieve conditionering
Als vissers creëren wij situaties die karpers met gevaar associëren. Zij gaan zich daar naar gedragen, maar conditionering kan dus ook in ons voordeel werken als je zelf maar naar openingen wilt zoeken. Winst valt te behalen door het toepassen van een combinatie van meerdere kleinere dingen weet je nog? Die dingen ontdek je door naar jezelf als visser te kijken en door je kennis van zoveel mogelijk factoren te vergroten waar je mee te maken hebt in je visserij. Zo kan je de invloed van de heersende, negatieve conditionering verkleinen, wat je vangsten ten goede zal komen. In het volgende deel onder andere meer over de consequenties van geluid en trillingen, de winter en foerageergedrag van karpers.
Ga naar deel 2

10 opmerkingen:

  1. Goed artikel Boud ik ben benieuwd naar het volgende deel.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het 2e deel is al gepubliceerd in Karper 102 Tom ;) Dank voor je reactie.

      Verwijderen
  2. Zo kost je me heel wat tijd, met de film en dit artikel. Maar het is meer dan de moeite waard. Mooi stuk om weer eens een beetje aan zelf reflectie te doen en te bedenken wat ik volg en welke innovatie ik 'pleeg'. Bedankt voor het éénduidige 'antwoord', hahahaha ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Is inderdaad een lange film en een flinke lap tekst Fer, maar ben blij te horen dat je het de moeite waard vond. Laat je hersenen maar werken!

      Verwijderen
  3. Wat kan ik genieten van deze tekst. Je begin is denk ik duidelijk de keuze die iedereen maakt. Wel/niet onderzoeken en welke investering wil je maken. Ik zie mijzelf niet als pionier maar weet gelukkig wel open te staan voor onderzoek en een eigen inzicht. Als ik jouw tekst lees gaan er gelijk wat alarmbellen trillen... nu uit met de rust en weer onderzoeken. Ik denk dat de aannames van mensen vaak de grote valkuil zijn. Net die 3 meter verschil... "je moet het maar weten"... Jullie kwamen er achter door de aanname hierbij uit te sluiten. Mijn ervaring bij het vergaren van kennis ligt vaker bij een korte inspanning dan bij jarenlange ervaring. Gewoon dingen proberen en er over na te denken levert vaak veel resultaten op. Op momenten dat het erg druk is (nu dus) in het leven merk ik dat de inventiviteit ver te zoeken is. De opgedane kennis van het onderzoekende verleden komt daarbij vaak goed van pas maar is merkbaar ook een geweldige valkuil. Zoals je schrijft kunnen situaties vaak door externe factoren snel veranderen. Een vis is immers een dier en daardoor altijd op zijn hoede in zijn overleving. Zo is het verschil in omgeving prachtig te zien in gedrag. Andries maakte mij daarop eens zo duidelijk attent. Eenden... in de stedelijke omgeving sprinten ze naar je toe in de hoop op voedsel. In de polders weten ze niet hoe snel ze weg moeten vliegen als ze je zien. Het witte t-shirt 😊 ... op naar deel 2

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Je reactie zo lezend heb je begrepen waar ik naar toe wilde Michael :) Vele korte inspanningen en soms even een stap terug doen en je eigen waarnemingen door de jaren heen op een rijtje zetten helpt al vaak. Ik kwam er zo meermaals achter dat ik dingen die goed werkten om onverklaarbare wijze niet meer toepaste... of juist toch weer die foute keuze maakte. Vissen kan zo snel in een routine vervallen die je overal toepast.

      Verwijderen
  4. Jij dacht ik gooi er eens wat kennis tegenaan! Ik ben weer op scherp gezet Boudewijn dank je wel.
    Groeten,
    Tim
    P.s. nu je nieuwe film kijken!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je Tim, deel 2 gaat meer over de waarnemingen. Veel plezier bij het kijken van de film.

      Verwijderen
  5. Fijn stuk leesvoer Bou...
    Al pakt elk jaar weer anders uit... Daarom is karpervissen ook zo leuk. Al die factoren om rekening mee te houden en dan alsnog kunnen toeslaan. Het euforische gevoel! Dat is de drive!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Thanks Dres. Zelf blijven nadenken en blijven aanpassen, elk jaar en elk water is weer anders. Zonder drive geen vissen!

      Verwijderen